Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.Apotheek Ridderveld B.V.,
Sprint Holding B.V.,
White Dolphin Farma B.V.,
1.Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V.,
O.Z.F. Achmea Zorgverzekeringen N.V.,
Interpolis Zorgverzekeringen N.V.,
FBTO Zorgverzekeringen N.V.,
Agis Zorgverzekeringen N.V.,
Avéro Achmea Zorgverzekeringen N.V.,
grieven 1 en 2zijn mede gericht tegen de rechtsoverwegingen 2.4, 2.5, 2.6 en 2.7. Zij strekken ten betoge dat (i) Apotheek Ridderveld geen infliximab heeft verstrekt aan de negen verzekerden van Achmea om wie het in dit geschil gaat en (ii) dat de tussen Achmea en Apotheek Ridderveld / Sprint gesloten overeenkomsten niet van toepassing zijn op de verstrekking van infliximab aan deze negen verzekerden. Het hof zal deze geschilpunten hieronder nader bespreken. Voor het overige zijn er geen grieven gericht tegen de door de rechtbank vastgestelde feiten, zodat het hof ook van die feiten zal uitgaan.
- dat Apotheek Ridderveld c.s. hoofdelijk zullen worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 261.501,29, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2011 wegens door Achmea aan Apotheek Ridderveld onverschuldigd betaalde declaraties voor de verstrekking van infliximab aan negen verzekerden van Achmea;
- dat Apotheek Ridderveld c.s. zal worden verboden de kosten voor de verstrekking en/of toediening van infliximab aan de verzekerden van Achmea rechtstreeks in rekening te brengen;
- een verklaring voor recht dat de kosten voor de verstrekking van infliximab door Apotheek Ridderveld c.s. aan de negen verzekerden van Achmea voor eigen rekening en risico van gedaagden geschied.
grief 5voeren Apotheek Ridderveld c.s. aan dat de negen verzekerden voldoen aan de voorwaarden als omschreven in Bijlage 2 bij artikel 2.5 Rz zodat de verstrekking van infliximab voor vergoeding door Achmea in aanmerking komt, ook al is niet voldaan aan de voorwaarden van de artsenverklaring en de apothekersinstructie. Bij de bespreking van deze grief zal het hof onderscheid maken tussen de vergoeding van infliximab ten behoeve van hidradenitis suppurativa en ten behoeve van sarcoïdose.
In het eerste stadium is sprake van solitaire furunkels en modulaire, nog niet ontstoken laesies. Er is minimale pijn en er zijn geen abcessen.
In het tweede stadium zijn er multipele recidiverende furunkels met matige pijn, tevens zijn sinussen en pussende abcessen aanwezig en littekenvormige veranderingen tussen de afzonderlijke laesies.
In het derde en meest ernstige stadium domineren diffuse abcessen op multipele plaatsen, littekens en sinussen, waarbij ook chronische ontsteking en pussige afscheiding optreden.
Op basis van ervaringen zou een kortdurende behandeling met systemische corticosteroïden tijdens een opvlamming een zinvolle behandeling zijn. Bij voorkeur in combinatie met antibiotica. Voor langdurige behandelingen gaat de voorkeur uit naar andere vormen van systemische therapieën.
Gezien de beschreven effectiviteit bij andere vormen van acne en het feit dat systematische corticosteroïden bij hidradenitis suppurativa soms kortdurend verlichting geven, kan men aannemen dat intralesionale corticosteroïden (…) incidenteel kunnen worden toegepast ter verlichting van inflammatoire reacties rond matig ernstige hidradenitis laesies.
Voorwaarde voor gebruik van systemische corticosteroïden is dat er geen sprake is van bacteriële infectie.
ten minste tweeimmunomodulerende geneesmiddelen zijn gebruikt. Volgens hen blijkt dit uit de Richtlijn behandeling sarcoïdose, die is opgesteld door een aantal vooraanstaande hoogleraren op dit terrein (productie 11 bij conclusie van antwoord). Hierin is te lezen:
wanneer patiënten onvoldoende reageren op de behandeling van corticosteroïden,
indien patiënten een prednisondosering boven 20 mg per dag nodig hebben,
als corticosteroïden niet worden verdragen (…)
grieven 1, 2 en 6zien op deze kwestie.
grieven 3, 4, 7 en 8betwisten Apotheek Ridderveld c.s. dat Achmea op grond van onverschuldigde betaling aanspraak kan maken op terugbetaling van de declaraties. Hierover overweegt het hof als volgt. De Overeenkomsten 2008 en 2009 verplichten Achmea om de door Apotheek Ridderveld ingediende declaraties te vergoeden indien en voor zover deze zien op aan Achmea-verzekerden verleende farmaceutische zorg die op grond van de Zorgverzekeringswet onder het verzekerd risico van de zorgverzekering valt. Declaraties voor farmaceutische zorg die daaraan niet voldoen, behoeft Achmea niet te vergoeden en zij mag dat ook niet (zie nr. 4.4). Kortom, in die gevallen ontbreekt een rechtsgrond voor betaling, zodat Achmea deze als onverschuldigd kan terugvorderen. Voor zover Apotheek Ridderveld c.s. in hun toelichting op de derde, vierde, zevende en achtste grief op dit punt iets anders betogen, is dit betoog onjuist. Meer in het bijzonder is voor een vordering op grond van onverschuldigde betaling niet van belang of Achmea schade heeft geleden en kan dus in het midden blijven of de desbetreffende verzekerden in het ziekenhuis infliximab toegediend hadden gekregen en of de kosten daarvan ten laste van Achmea zouden zijn gekomen, indien Apotheek Ridderveld geen infliximab had verstrekt ten behoeve van de toediening in een kliniek van White Dolphin.
orphan drugs/ niet-geregistreerde geneesmiddelen voorafgaande toestemming moest worden gevraagd en vaststaat dat Apotheek Ridderveld dat nooit heeft gedaan.
orphan drugof niet-geregistreerd geneesmiddel is en voorafgaande toestemming niet was voorgeschreven. De Overeenkomst 2008 stelde geen nadere voorwaarden voor de verstrekking van infliximab. Bij vijf verzekerden is de behandeling gestart vóór 9 februari 2009, zodat de in de artsenverklaring en apothekersinstructie gestelde voorwaarden niet gelden, aldus Apotheek Ridderveld c.s.
- infliximab werd verstrekt na 31 juli 2008, de datum van inwerkingtreding van de wijziging van de Regeling Zorgverzekering, waarbij infliximab in het basispakket is opgenomen.
- of was voldaan aan de in Bijlage 2 bij art. 2.5 Rz opgenomen voorwaarden voor de verstrekking van infliximab, meer in het bijzonder of sprake was van ernstige, therapieresistente hidradenitis suppurativa / sarcoïdose, zoals omschreven in de desbetreffende rapporten van de CFH.
grief 9voeren Apotheek Ridderveld c.s. aan dat zij ten onrechte
hoofdelijkzijn veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen onverschuldigd is betaald. Zij stellen onder meer dat de rechtbank ten onrechte ook op White Dolphin deze betalingsverplichting heeft gelegd.
In het licht van de veranderingen van de vergoeding van TNF-alfa’s per 1 juli a.s. mag White Dolphin de Achmea verzekerden, die zij voor 1 januari 2010 in behandeling had, tot nader orde verder behandelen en declareren via Apotheek Ridderveld.