GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
enkelvoudige kamer
nummer BK-14/01379
Uitspraak d.d. 23 november 2015
[X]te [Z] , belanghebbende,
en
de Inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 29 juli 2014, nummer SGR 14/2973, betreffende de hierna vermelde aanslag en beschikking. In eerste aanleg trad belanghebbende op als eiser en de Inspecteur als verweerder.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.019. De aanslag beloopt € 3.401. Bij beschikking is een bedrag van € 256 aan heffingsrente in rekening gebracht. Het aanslagbiljet is gedagtekend 17 oktober 2013.
1.2. Belanghebbende heeft tegen de aanslag en de beschikking een bezwaarschrift ingediend bij de Inspecteur.
1.3. Bij twee in een geschrift, gedagtekend 31 maart 2014, vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar afgewezen.
1.4. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht is geheven van € 45. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Loop van het geding in hoger beroep
2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Een griffierecht is geheven van € 122. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
2.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 12 oktober 2015, gehouden te Den Haag. Belanghebbende is, zoals hij het Hof van tevoren schriftelijk heeft laten weten, niet ter zitting verschenen. De Inspecteur is wel verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Op grond van de stukken van het geding is in hoger beroep, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en op zichzelf aannemelijk, het volgende komen vast te staan:
3.1. De Inspecteur beschikt over de volgende gegevens omtrent belanghebbende.
Belanghebbende is geboren [in] 1966. Hij is ongehuwd. Hij heeft zowel de Nederlandse als de Belgische nationaliteit. Hij woont volgens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [Y] te [Z] . Andere personen staan niet op dit adres ingeschreven. Het betreft een huurwoning waarvoor de huur € 278 per maand bedraagt.
In 2009 ontving belanghebbende van de gemeente [Z] een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand (Wwb) ten bedrage van € 13.116. De uitkering is stopgezet omdat belanghebbende niet voldeed aan de sollicitatieplicht. In 2010 ontving belanghebbende nog € 19 van de gemeente [Z] .
Belanghebbende had twee bankrekeningen met de volgende saldi:
1-1-2010 31-12-2010
ABN/AMRO […] € 684 € 19
Rabobank […] € 0 € 80.
In 2010 stond op naam van belanghebbende een personenauto, bouwjaar 1990, in het Nederlandse kentekenregister waarvoor in 2010 een bedrag van € 412 aan motorrijtuigenbelasting moest worden betaald.
In 2010 is aan belanghebbende € 735 aan zorgtoeslag en € 849 aan huurtoeslag toegekend. Later zijn die bedragen teruggevorderd.
Belanghebbende ontvangt geen inkomen uit België. Hij is niet gedetineerd.
3.2. De Inspecteur heeft op 28 februari 2011 aan belanghebbende een aangiftebiljet voor het jaar 2010 uitgereikt voor het doen van aangifte voor de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV).
3.3. Belanghebbende heeft op 22 maart 2011 aangifte gedaan voor de IB/PVV 2010 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.
3.4. Bij brief van 5 juni 2013 heeft de Inspecteur belanghebbende naar aanleiding van de aangifte verzocht informatie te verstrekken. Deze brief luidt voor zover thans van belang :
"(…)
Als inkomen over het gehele jaar geeft u een uitkering van de gemeente [Z] aan van € 19. Kunt u aangeven waar u in 2010 van geleefd hebt?
Waar u bijvoorbeeld de huur van betaalt, gas en licht, voeding, kleding en alle andere uitgaven die mensen plegen uit te geven om in het levensonderhoud te voorzien.
(…)"
3.5. Bij brief van 8 juni 2013 heeft belanghebbende gereageerd:
"Na eerdere aanslagen en uitspraken van de Belastingrechter is duidelijk dat sociale vraagstukken niet tot uw bevoegdheid behoren.
Hier lering uit trekkende kan ik u bevestigen dat de inkomstenverklaring juist is ingevuld.
Eventueel meer informatie over deze onderwerpen vindt u op internet
www.socialevraagstukken.nl".
3.6. Bij brief van 12 juni 2013 herhaalt de Inspecteur zijn verzoek aan belanghebbende om informatie te verstrekken:
"(…) Ik heb (…) meer informatie nodig om de aangifte goed te kunnen beoordelen. In deze brief leest u om welke informatie het gaat.
Inkomen uit werk en woning
Inkomsten uit loondienst
De Belastingdienst heeft de taak belasting te heffen over iemands inkomen. Inkomen is nodig om in eigen levensonderhoud te voorzien. U heeft € 19 genoten over heel 2010. Het is niet moeilijk om te stellen dat van dat inkomen niet geleefd kan zijn. Dus daarom wederom de vraag op welke wijze u in uw eigen levensonderhoud voorzag. Uw verwijzing naar een internetsite weerhoudt mij er niet van om aan u vragen over uw inkomensbron(nen) te stellen.
Uw reactie
Ik verzoek u mij uw schriftelijke reactie vóór 2 juli 2013 toe te sturen. (…)."
3.7. Nadat de Inspecteur op zijn brief van 12 juni 2013 geen reactie ontving, schrijft hij belanghebbende bij brief van 15 juli 2013:
"In mijn brief van 12 juni 2013 heb ik u verzocht mij informatie te geven over de aangifte inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
2010. Tot op heden hebt u hierop niet gereageerd.
Ik stel u nogmaals in de gelegenheid te reageren. Als ik voor 14 augustus 2013 de gevraagde informatie niet heb ontvangen, zal ik overwegen een informatiebeschikking op te stellen. Ook kan ik uw aangifte behandelen op basis van de gegevens waarover ik nu beschik."
3.8. Bij brief van 2 september 2013 schrijft de Inspecteur belanghebbende voor zover thans van belang :
"In mijn brieven van 12 juni 2013 en 15 juli 2013 heb ik u verzocht om informatie over een onderwerp in uw aangifte inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
2010. Tot nu toe heb ik geen informatie van u ontvangen. Daarom zal ik de aangifte behandelen op basis van de gegevens waarover ik nu beschik.
Ik ben van plan af te wijken van deze aangifte. Hierna leest u onder punt 1 bij welke onderwerp ik van uw aangifte zal afwijken. Vervolgens vindt u onder punt 2 een berekening die duidelijk maakt welke gevolgen de afwijking heeft voor de verschillende onderdelen van uw aangifte. Onder punt 3 leest u wat u kunt doen als u het niet eens bent met mijn voornemen om van uw aangifte af te wijken.