Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks26 november 2013 te 's-Gravenhage opzettelijk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven met dat opzet een mes, althans een scherp en puntig voorwerp diep in
de arm en/of het been, althans inhet lichaam, van die [slachtoffer 1] heeft gestoken,
vergezeld en/of voorafgegaanvan enig strafbaar feit, te weten een diefstal
(met geweld)van een scooter (merk Kymco, type agility 50, kenteken [KENTEKEN]) en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om, bij betrapping op heterdaad, straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren.
, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk meermalen
, althans eenmaal, in/tegen het gezicht
, althans het hoofdte schoppen en/of te trappen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
poging tot doodslag.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
benadeelde partij [slachtoffer 1]ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-827128-13 onder 1 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 6.976,73 (zesduizend negenhonderdzesenzeventig euro en drieënzeventig cent) bestaande uit € 4.276,73 (vierduizend tweehonderdzesenzeventig euro en drieënzeventig cent) materiële schade en € 2.700,00 (tweeduizend zevenhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 6.976,73 (zesduizend negenhonderdzesenzeventig euro en drieënzeventig cent) bestaande uit € 4.276,73 (vierduizend tweehonderdzesenzeventig euro en drieënzeventig cent) materiële schade en € 2.700,00 (tweeduizend zevenhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
69 (negenenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.