Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeksde periode van 13 november 2010 tot en met 31 december 2010
te Veendam en/of Amersfoort en/of Roermond en/of Schiedam, althansin Nederland opzettelijk geld,
in elk geval enig goed,geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten uit hoofde van (een) ontvangen betaling(en)
strekkende tot levering van (een) telefoon(s), onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Verduistering, meermalen gepleegd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
€ 260,00 (tweehonderdzestig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 260,00 (tweehonderdzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
€ 100,00 (honderd euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 100,00 (honderd euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
€ 225,00 (tweehonderdvijfentwintig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 225,00 (tweehonderdvijfentwintig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.