Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 29 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 2000 in Angola, was eerder veroordeeld tot een jeugddetentie van 133 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 40 uren. De zaak betreft de beschuldiging dat de verdachte op 16 maart 2014 in Alphen aan den Rijn de benadeelde partij heeft gedwongen tot seksuele handelingen door middel van geweld en bedreiging. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden bevestigd, maar het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.
Tijdens de zittingen in zowel eerste aanleg als hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat er te veel twijfel bestond over de feitelijke toedracht van de zaak. De verdediging heeft een alternatief scenario geschetst, waaruit bleek dat de benadeelde partij mogelijk andere beweegredenen had voor haar handelen. Het hof heeft ook gekeken naar de gedragingen van de benadeelde partij, waaronder het wissen van relevante WhatsApp-gesprekken.
Uiteindelijk heeft het hof besloten om het vonnis van de rechtbank te vernietigen en de verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding is niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte is vrijgesproken. Het hof heeft ook beslist dat de in beslag genomen telefoons onttrokken worden aan het verkeer, omdat het bezit daarvan in strijd is met de wet.