6.4Arrest Axel Kittel (Hof van Justitie, 6 juli 2006, nr. C-439/04 en C-440/04)
Tegenover de medewerkers van de FIOD-ECD heeft de heer [B] tijdens de verhoren in juni 2006 onder andere het volgende verklaard:
- Dat [X] zich bezighoudt met de processorenhandel, met name pentium III en IV;
- Hij weet dat het een riskante handel is;
- Dat [E] een goede vriend van hem is, maar dat hij zakelijk iedereen belazert. Dat hij 2,5 jaar geleden € 100.000 aan zwart geld bij [J] had verdiend. Dat geld had hij verdiend uit de processorenhandel met [E] ;
- Dat hij op de hoogte was van het feit dat [E] fraudeerde met de BTW door één keer de BTW niet af te dragen via katvangers zodat [E] onder de gangbare prijs kon verkopen. Hij wist dat [E] verschillende namen gebruikt zoals […] en […] . Dat [E] kon leveren voor 93 procent van de normale prijs plus de BTW.
- Hij heeft destijds zelf [U] geïnformeerd, hij dacht 6 maanden geleden, over de BTW-fraude van [E] . Hij had dit gedaan omdat [E] onder de prijzen leverde en in zijn vaarwater zat. Hij heeft [U] verteld dat [E] zijn processoren inkocht in België bij […] en vervolgens verkocht aan […] te […] . Tussen deze transacties werden wat BV's van [E] middels verschillende katvangers geplaatst. Op deze wijze was het mogelijk om geen BTW te betalen maar wel terug te krijgen;
- Dat hij in de processorenhandel is terechtgekomen via [V] (directeur van [Y] BV). Hij nooit voorraad heeft en pas inkoopt als hij een koper heeft en dat het er eigenlijk op neer komt dat hij door [Y] wordt gebeld om een partij processoren te leveren. Hij verdient ongeveer € 2 per processor. Het verbaasde hem niet dat [Y] hem de provisie gunde. Hij heeft maar één afnemer en dat is [Y] te […] en dat alle processoren aan [Y] worden doorverkocht.
- Hij heeft nooit begrepen waarom [Y] niet rechtstreeks bij zijn leveranciers bestelde.
Uit de zogenaamde rondjes tijdens het strafrechtelijk onderzoek is naar voren gekomen dat er sprake is van een prijsval van de goederen. Dit kan doordat één van de partijen de BTW die aan de fiscus moet worden afgedragen niet afdraagt en zodoende onder de gangbare marktprijs kan leveren. De prijsval is één van de belangrijkste kenmerken van BTW-carrouselfraude. Hiervoor verwijs ik naar de PV's, de bijlagen D011 t/m D017, D40 en D41.
Zoals hiervoor aangegeven wordt dit ook de heer [B] bevestigd. Hierbij dient nog te worden opgemerkt dat de heer [W] , directeur van [G] te [H] tegenover de medewerkers van de FIOD-ECD heeft verklaard dat de heer [B] namens [I] bestellingen bij [G] heeft gedaan en ook handelstransacties tussen eerdergenoemde ondernemingen heeft afgesloten. Dit impliceert dat de heer [B] ook uit dien hoofde op de hoogte was van het feit dat onder andere door [I] onder de gangbare marktprijzen aan belastingplichtige wordt geleverd.
Tijdens het digitale onderzoek door de F1OD-ECD zijn er e-mails aangetroffen tussen de heer [B] en de heer [E] . Hieruit blijkt dat de heer [B] op de hoogte is van de inkoopprijzen van zijn leverancier, [J] BV, en dat de 'winst' van [J] BV onder andere onder de heren [B] en [E] wordt verdeeld. Onder winst, die door de heer [B] wordt berekend, moet in dit verband worden verstaan de niet door [J] BV aangegeven c.q. voldane omzetbelasting verminderd met de prijsval. De e-mail berichten zijn als bijlagen bij de PV's opgenomen.
Dus de heer [B] wist althans had moeten weten dat hij met belastingplichtige deelnam aan transacties die onderdeel waren van BTW-fraude. Op grond van het genoemde Kittel arrest heeft belastingplichtige derhalve geen recht op aftrek van voorbelasting.