Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[veroordeelde],
medeplegen van witwassen,
8 september 2015.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 14 december 2011. De veroordeelde was eerder veroordeeld voor medeplegen van witwassen en kreeg een taakstraf van 60 uur opgelegd. Het openbaar ministerie had een vordering ingediend tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij het bedrag werd vastgesteld op € 325,-. De veroordeelde ging in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank.
Tijdens de zitting op 8 september 2015 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de ontnemingsvordering. Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het vonnis waarvan beroep niet in stand kan blijven, omdat het hof zich niet kan verenigen met de eerdere beslissing.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de verdachte vrijgesproken moet worden van de ten laste gelegde feiten, waardoor het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard wordt in zijn vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de vordering van het openbaar ministerie afwees. Deze beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.