ECLI:NL:GHDHA:2015:2525
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Borgtocht en verjaring van vorderingen tegen failliete vennootschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 29 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en Coöperatieve Rabobank Regio Den Haag U.A. over de borgtocht die [appellant] had verstrekt voor de verplichtingen van Horeca Concept Building B.V. jegens de bank. De rechtbank had de vordering van de bank grotendeels toegewezen, waarop [appellant] in hoger beroep ging. Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de vraag of de vordering van de bank op de vennootschap was verjaard en of de borgtocht daardoor was geëindigd. Het hof oordeelde dat de vordering van de bank op de vennootschap niet was verjaard, omdat de verjaringstermijn was gestuit door de faillietverklaring van de vennootschap en de borgtocht derhalve niet was teniet gegaan. Het hof heeft ook de erkenning van de schuld door [appellant] in maart of april 2009 als bewijs geaccepteerd, ondanks zijn ontkenning van het gesprek met de bankmedewerkers. Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen en de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd, waarbij [appellant] werd veroordeeld in de proceskosten.