ECLI:NL:GHDHA:2015:2347
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank inzake WOZ-beschikkingen en onroerende zaakbelastingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, die op 27 februari 2015 de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk heeft verklaard. De geschillen betreffen de WOZ-beschikkingen en de onroerende zaakbelastingen van de gemeente [Z]. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarden van zijn onroerende zaken, maar de heffingsambtenaar heeft niet tijdig beslist op deze bezwaren. Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit, maar dit beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. Na een aantal ingebrekestellingen en correspondentie met de heffingsambtenaar, heeft belanghebbende opnieuw beroep ingesteld, maar ook dit werd niet-ontvankelijk verklaard. Het Hof heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht de beroepen niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij het de gronden van de rechtbank overneemt en de beslissing met verbetering van gronden bevestigt. De kosten die belanghebbende heeft gemaakt in verband met de behandeling van de beroepen worden niet vergoed.