ECLI:NL:GHDHA:2015:2015
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de vastgestelde waarde van onroerende zaken door de heffingsambtenaar van de gemeente
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de waarde van onroerende zaken is vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente [A 1]. De belanghebbende, handelende onder de naam [Y], heeft bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarden op 1 januari 2012, die in totaal € 23.500.000 bedroegen. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de waarde vastgesteld op € 19.838.000, wat leidde tot een vermindering van de aanslagen. De heffingsambtenaar heeft in hoger beroep de rechtbankuitspraak bestreden en de oorspronkelijke waarden verdedigd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 6 mei 2015 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De belanghebbende heeft gesteld dat de waarden te hoog zijn en heeft een lagere waarde van € 13.139.000 bepleit. De heffingsambtenaar heeft de oorspronkelijke waarde van € 19.838.000 verdedigd. Het Hof heeft vastgesteld dat beide partijen niet in staat zijn geweest om het door hen geclaimde bewijs te leveren. Het Hof heeft de waarden van de onroerende zaken uiteindelijk schattenderwijs vastgesteld op € 16.000.000, rekening houdend met de problemen die de belanghebbende ondervindt bij de verhuur van de onroerende zaken.
Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd, de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar vernietigd en de waarden van de onroerende zaken gewijzigd. Tevens is de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 2.486, en is het griffierecht van € 493 vergoed. De uitspraak is op 17 juni 2015 in het openbaar uitgesproken.