ECLI:NL:GHDHA:2015:1996
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep kort geding
- A. Labohm
- M. Stollenwerck
- J. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Afwijzing hoger beroep wegens gebrek aan spoedeisend belang
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 30 juni 2015 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding. De appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.C. van der Tak, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam, dat op 8 augustus 2013 was gewezen. De dagvaarding in hoger beroep dateert van 15 oktober 2013, maar sindsdien zijn er geen proceshandelingen verricht door de appellante. Het hof heeft vastgesteld dat er geen spoedeisend belang aanwezig is, wat een voorwaarde is voor het toewijzen van een kort geding. De appellante had in haar memorie van grieven haar vordering gewijzigd en gepreciseerd, maar het hof oordeelde dat de vertraging in de procedure en het gebrek aan actie van de appellante niet duiden op een spoedeisend belang. Het hof heeft het hoger beroep dan ook afgewezen en de appellante veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van de geïntimeerde tot op heden op nihil zijn begroot. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.