ECLI:NL:GHDHA:2015:1877
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- W.M.G. Visser
- P.J.J. Vonk
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de vastgestelde waarde van onroerende zaken en proceskostenvergoeding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, is in geschil of de waarde van verschillende woningen, vastgesteld door de Heffingsambtenaar van de gemeente Schiedam, te hoog is. De belanghebbende, [X] te [Z], heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die op 16 oktober 2014 uitspraak deed in twee zaken met betrekking tot de onroerende zaakbelastingen voor het jaar 2013. De rechtbank had de waarde van de woning [F] verlaagd, maar de andere waarden gehandhaafd. Het Hof heeft op 2 juni 2015 de mondelinge behandeling gehouden en partijen zijn verschenen.
Tijdens de behandeling is overeenstemming bereikt over de waarde van de woningen, waarbij de waarde van de bovenwoning [B] op € 77.000 en de benedenwoning [A] op € 102.000 is vastgesteld. De waarden van de overige woningen zijn ook aangepast. Het Hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd, behoudens voor de woning [F]. Daarnaast is de Heffingsambtenaar veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 2.940, en de griffierechten van in totaal € 166. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om beroep in cassatie in te stellen.