Uitspraak
Uitspraak d.d. 2 juni 2015
[X] te [Z], belanghebbende,
Loop van het geding in hoger beroep
Vaststaande feiten
Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen
Conclusies van partijen
Oordeel van de rechtbank
[toevoeging Hof: € 43.560]had ontvangen. De rechtbank kan [belanghebbende] niet volgen in zijn stelling dat ondanks die verhuur [C] BV in 2007 niet de beschikking had over het pand. [C] BV kon het pand immers in gebruik geven aan de vader omdat [C] BV als huurder de beschikking had over het pand. Daar komt bij dat volgens [belanghebbendes] verklaring het pand deels zakelijk werd gebruikt door zijn vader in het kader van de onderneming van [C] BV. Dat [C] BV voor zover sprake was van niet-zakelijke gebruik van het pand door de vader, daarvoor mogelijk onvoldoende werd gecompenseerd, doet als zodanig niets af aan de zakelijkheid van de huursom die [belanghebbende] aan [C] BV in rekening bracht. De rechtbank is derhalve van oordeel dat [C] BV als huurder de beschikking kreeg over het pand.
Beoordeling van het hoger beroep
- i) het pand is het ‘buurpand’ onder dezelfde kap als de woning van de vader waarin hij sinds de jaren zestig van de vorige eeuw woont;
- ii) de verkopende buren zijn, ondanks de eigendomsoverdracht in 2001 aan [C] BV en in 2002 aan belanghebbende, tot medio 2003 in het pand blijven wonen, zodat het pand in die periode niet ten behoeve van [C] BV kan zijn gebruikt;
- iii) de tussen belanghebbende en [C] BV gesloten huurovereenkomst met betrekking tot het pand biedt de mogelijkheid het pand aan de vader ter bewoning in gebruik te geven;
- iv) tussen het pand en nummer [Y] zijn twee doorgangen gemaakt (op de begane grond en op de eerste verdieping);
- v) de inrichting van het pand en van nummer [Y] zoals beschreven in de gedingstukken (van funda.nl) duidt er niet op dat sprake is van zakelijke gebruik;
- vi) de eerste verdieping van het pand werd door de (huidige) echtgenote van de vader gebruikt als fotostudio;
- vii) de vader verrichtte werkzaamheden voor de vennootschap [B] B.V.;
- viii) [C] BV is een passieve beleggingsvennootschap met dienovereenkomstige geringe bedrijfsactiviteiten;
- ix) in de overgelegde delen van het controlerapport van het bij [C] BV gehouden onderzoek zijn geen feiten beschreven waaruit zou blijken dat het pand door de vader van belanghebbende ten behoeve van [C] BV zou zijn gebruikt.
- Hoger beroep: € 980 (twee punten voor proceshandelingen en factor 1 voor het gewicht van de zaak)
- Beroep: € 980 (twee punten voor proceshandelingen en factor 1 voor het gewicht van de zaak)
- Bezwaar: € 488 (twee punten voor proceshandelingen en factor 1 voor het gewicht van de zaak)
Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslag;
- vernietigt de beschikking inzake de heffingsrente;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 2.448, en
- gelast de Inspecteur een bedrag van in totaal € 167 aan griffierecht te vergoeden.
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- de gronden van het beroep in cassatie.