2.2.Het gaat in deze zaak om het volgende:
a. Parkkliniek c.s. drijft een kliniek voor (onder andere) plastische en cosmetische chirurgie.
b. AIC maakt haar bedrijf van het ter beschikking stellen van anesthesiologen aan ziekenhuizen en klinieken. AIC sluit daartoe overeenkomsten van opdracht met de desbetreffende anesthesiologen, die zij vervolgens tegen vergoeding inzet bij operaties in die ziekenhuizen en klinieken.
c. Op 8 mei 2009 is tussen partijen een samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen, waarin zijn opgenomen de bepalingen zoals door de rechtbank geciteerd onder 2.4. van het vonnis van 17 oktober 2013 (hierna: de overeenkomst).
d. Medio juni 2010 is discussie ontstaan over de wens van Parkkliniek c.s. om het aantal aan AIC gegarandeerde uren terug te brengen. Dit hield verband met de slechte financiële situatie van Parkkliniek c.s.
e. Voorts is debat ontstaan over een aantal facturen van AIC, weergegeven in het vonnis van 17 oktober 2013 onder 2.7. Parkkliniek c.s. heeft die onbetaald gelaten.
f. Daarnaast is tussen partijen een geschil ontstaan over de wijze waarop de directeur van AIC, [naam directeur, tevens een van de uitvoerende anesthesiologen], zich gedroeg tegen het personeel en is er een conflict ontstaan over de door AIC aan Parkkliniek c.s. te leveren informatie.
g. Vervolgens zijn discussies ontstaan over de inzet van de anesthesiologen dr. [betrokkene 1] en dr. [betrokkene 2].
h. De meningsverschillen tussen partijen hebben zich vervolgens ontwikkeld zoals door de rechtbank in het vonnis van 17 oktober 2013 onder ;2.13. tot en met 2.26. weergegeven.
i. In dit proces heeft Parkkliniek c.s. de overeenkomst met AIC bij mail van 22 maart 2011 ontbonden met ingang van 1 april 2011.