Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 2 juni 2015
FAIRMOUNT MARINE B.V.
[naam],
OUDE MAAS BEHEER B.V.
YAFAVA HOLDING B.V.
Het geding
De beoordeling van het hoger beroep in het principaal en het incidenteel appel
overseas general agent" voor Fukada Salvage & Marine Works Company Ltd. (hierna: Fukada), een Japanse onderneming die actief is op het gebied van specialistische dienstverlening in de maritieme sector.
Share Sale and Purchase Agreement(hierna: de SPA), heeft OMB haar aandelen in Fairmount verkocht aan LDA voor een koopprijs van ruim USD 54,4 miljoen. De aandelenoverdracht (hierna ook aan te duiden als: de overname) vond plaats op 30 mei 2007. In artikel 5 van de SPA is ten behoeve van LDA een non-concurrentiebeding opgenomen ten laste van OMB en [B].
verboden om gedurende de looptijd van deze Overeenkomst direct of indirect een onderneming van gelijke of soortgelijke aard als de onderneming(en) van[Fairmount]
te drijven, respectievelijk activiteiten van gelijke of soortgelijke aard als die van[Fairmount]
uit te oefenen, onder welke naam of in welke vorm dan ook. Voorts is het[OMB]
verboden zich gedurende de looptijd van deze Overeenkomst direct of indirect in een zodanige onderneming op enigerlei wijze financieel interesseren - anders dan door het bezitten van ter beurze genoteerde effecten - of daarin enige functie bekleden.
convenants with[Fairmount]
that it shall not:
as such business was carried out by[o.a. Fairmount]
on the Completion Date;
and the Companies and apply to actions carried out by[OMB]
in any capacity and whether directly or indirectly, on[OMB’s]
own behalf, on behalf of any other person or jointly with any other person.
from holding, for investment purposes only:
, […] en/of andere door[OMB]
ter uitvoering van deze Overeenkomst in te zetten personen, verbeurt[OMB]
jegens[Fairmount]
, zonder dat daartoe ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist, een direct opeisbare boete ten bedrage van € 10.000,00 per overtreding, vermeerderd met een bedrag ad € 2.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd het recht van[Fairmount]
op volledige schadevergoeding.”
het al uitdrukte hij wil niet dat wij in een shabby locatie gaan zitten. (...)”
die ons vrijwaart van het opdoen en gebruiken van informatie in de laatste maand dat we op verzoek van […] nog werken bij Fairmount. Idem voor een brief die ons vrijwaart direct aan de slag te gaan mochten we alsnog op non-actief worden gesteld. Ik heb het een beetje druk vanochtend en zal niet in staat zijn denk ik vandaag zoiets deugdelijks voor […] en mij in elkaar te zetten.
Re: opzet nieuwe onderneming”, waarin de beoogde structuur van ALP is uiteengezet.
primairveroordeling van OMB tot betaling van € 3.136.000,- ter zake van verschuldigde boetes tot 11 maart 2014, te rekenen vanaf 28 november 2009, alsmede een bedrag van € 2.000,- per dag vanaf 11 maart 2014 zolang de overtreding voortduurt, te vermeerderen met de wettelijke rente;
OMBhet non-concurrentiebeding in de gewijzigde managementovereenkomst geschonden en daarmee boetes verbeurd, door zich intensief te bemoeien met de oprichting van ALP, door via Yafava te investeren in ALP en door deze investering te laten voortduren. Deze schending is aangevangen op 29 november 2009, de dag dat de oprichtingsvergadering plaatsvond, en duurt voort zolang OMB via Yafava in ALP heeft geïnvesteerd, aldus Fairmount.
principaal appelrichten zich tegen:
incidenteel appelis gericht tegen:
engaged or interested”in een concurrent van Fairmount is geweest als bedoeld in artikel 3.2 sub a van de gewijzigde managementovereenkomst. Bij de beantwoording van deze vraag neemt het hof de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking:
- Blijkens zijn e-mail van 27 november 2009 was [B] zeer teleurgesteld over de aankondiging van LDA dat de gewijzigde managementovereenkomst niet zou worden verlengd. In verband met die aankondiging heeft [B] zijn statutair directeurschap onmiddellijk (en ruim voor de expiratiedatum van de gewijzigde managementovereenkomst) neergelegd;
- Direct daarna, namelijk de volgende dag, heeft een bijeenkomst bij [B] thuis plaatsgevonden en is het voornemen om ALP op te richten ontstaan. [B] is niet alleen vanaf het eerste uur betrokken geweest bij dit voornemen, hij is bij voortduring geïnformeerd over diverse kwesties aangaande de oprichting, zoals blijkt uit de in r.o. 1.10 tot en met 1.17 weergegeven e-mailcorrespondentie;
- Uit de betreffende e-mails, in onderlinge samenhang bezien, komt het beeld naar voren dat [B] minst genomen een voor de oprichters belangrijke adviserende rol heeft gehad in de aanloop naar de oprichting van ALP;
- Wetende dat zijn zonen geïnteresseerd waren in een participatie in (het toen nog op te richten) ALP, heeft [B] zijn zonen toegezegd dat hij “een startkapitaaltje” zou geven waarmee zij zouden kunnen gaan ondernemen (zie memorie van antwoord onder 2.7);
- OMB heeft vervolgens een lening aan Yavava verstrekt. Yafava heeft deze lening gebruikt om werkkapitaal aan ALP te verschaffen en de inrichting van het kantoorpand van ALP te financieren;
- [B] (c.q. OMB) wist dat (een groot deel van) dit door OMB aan Yafava te lenen geld zou worden doorgeleend aan ALP (zie de verklaring van [B] zoals afgelegd ter comparitie in eerste aanleg).
op enigerlei wijzefinancieel te interesseren” (cursivering toegevoegd) in een concurrerende onderneming - conform de tekst zoals deze luidde in artikel 3.1 van de oude managementovereenkomst (zie conclusie van antwoord onder 7.42). Naar het oordeel van het hof volgt hieruit dat het non-concurrentiebeding een ruime strekking had, en hebben partijen met
“engaged or interested”ook bedoeld een geval als het onderhavige, waarin via een lening aan een tussenschakel werkkapitaal wordt verstrekt. Dit geldt temeer nu er in dit geval directe en nauwe familiebanden bestaan tussen de (indirecte) aandeelhouders van OMB en die van tussenschakel Yafava. Het verweer van [B] c.s. biedt geen aanknopingspunten voor een andere uitleg van het beding.
“any business which would be in competition with the business ofFairmount”). Dit volgt reeds uit het feit dat Fukada direct in de maand van oprichting van ALP, van Fairmount is overgestapt naar ALP. Het verweer van [B] c.s. dat Fukada qua omzet en aard van de werkzaamheden geen belangrijke opdrachtgever meer was van Fairmount, neemt niet weg dat ALP terzake van deze werkzaamheden met Fairmount is gaan concurreren, terwijl de werkzaamheden voor Fukada niet van het non-concurrentiebeding zijn uitgezonderd. Hieraan doet niet af het verweer van [B] c.s. dat de overstap van Fukada voor de oprichters van ALP onvoorzien en onverwacht was. Los hiervan is dit verweer onvoldoende gemotiveerd in het licht van het feit dat [B] Fukada persoonlijk op de hoogte heeft gesteld van zijn ontslag bij Fairmount èn [M], oprichter van ALP, Fukada er in december 2009 van op de hoogte heeft gesteld dat een nieuw bedrijf zou worden opgezet “
with the intention to act as a free lance consultant in the towage, salvage and transport industry”, zoals blijkt uit de door [B] c.s. in het geding gebrachte verklaring van Fukada. [M] heeft bovendien verklaard dat zijn indruk was dat de baas van Fukada ALP zou steunen en een “
boost” zou willen geven (zie productie 13 bij de inleidende dagvaarding). Dit verweer wordt dan ook verworpen. Aan bewijslevering op dit punt komt het hof niet toe.
Director Operations,de
Sales & Marketing Manageren de
Finance and HR Managervan Fairmount;
En excuseer mijn niet aflatende ambitie, zouden in de toekomst evt weer kunnen zorgen voor een opvallende vloot. Het is maar een voorzet”).
“engaged or interested”in ALP in de zin van het non-concurrentiebeding geweest (zie ook 3.9). OMB heeft daarvan ook bij voortduring profijt gehad in de vorm van rente. Hoewel het non-concurrentiebeding OMB ertoe verplichtte de financiering ongedaan te maken, heeft OMB dat niet gedaan en is zij na de aanvankelijke overtreding voortdurend in gebreke gebleven. De financiële verbondenheid heeft in elk geval voortbestaan tot begin 2014, het moment waarop ALP is verkocht aan Teekay en, volgens [B] c.s., de lening van Yafava aan ALP vervroegd is afgelost en nadien ook de lening van OBM aan Yafava. Grief 1 in het principaal appel slaagt derhalve.
Beslissing
opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [B] c.s. in de kosten van het hoger beroep in het incidenteel appel, aan de zijde van Fairmount begroot op € 6.870,- en bepaalt dat dit bedrag binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente verschuldigd is vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het door Fairmount meer of anders gevorderde.