ECLI:NL:GHDHA:2015:1381

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
4 juni 2015
Publicatiedatum
4 juni 2015
Zaaknummer
2200408714
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake kinderpornografie en heimelijk fotograferen van minderjarige

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1951, was eerder veroordeeld voor het bezit van kinderpornografisch materiaal en het heimelijk fotograferen van de dochter van zijn buren. Tijdens het opsporingsonderzoek zijn meer dan 100.000 afbeeldingen aangetroffen op de computer en harde schijf van de verdachte, waarvan een selectie in de tenlastelegging is opgenomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal en het vervaardigen van afbeeldingen van een minderjarige zonder haar toestemming. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij eerder is veroordeeld voor vergelijkbare feiten. De verdachte moet zich gedurende de proeftijd melden bij de reclassering en onder behandeling blijven bij een psychiatrische instelling. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, afgewezen en in plaats daarvan een lichtere straf opgelegd.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004087-14
Parketnummer: 09-852283-13
Datum uitspraak: 4 juni 2015
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 12 september 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1951,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 21 mei 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een behandelverplichting.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1.
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 21 juli 2013 te Delft, in elk geval in Nederland, één of meer gegevensdrager(s), te weten een computer en/of een harde schijf, bevattende een (groot) aantal afbeeldingen, heeft ingevoerd en/of doorgevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad (te weten circa 109.264 foto's),
terwijl (telkens) op die afbeeldingen (die foto's) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij telkens een of meer perso(o)nen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken en/of schijnbaar was/waren betrokken en welke voornoemde seksuele gedr bestond(en) uit - onder meer:
[foto 1]
Blank, geheel naakt meisje staat voorovergebogen met haar billen in de richting van de camera. Het meisje heeft haar hoofd gedraaid en kijkt in de richting van de camera. Het meisje draagt twee paardenstaarten en een kralen ketting om haar middel. De aandacht van de foto is gericht op de billen en de vagina van het meisje. Op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 1]
en/of
[foto 2]
Blank meisje zit op haar billen en heeft haar benen omhoog getrokken. Ze draagt zwart/witte kousen. Haar onderlichaam is naakt. Er wordt ingezoomd op haar vagina. Op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 2]
en/of
[foto 3]
Blank meisje ligt half op haar linkerzij. ze draagt rode handschoenen en rode laklederen laarsen met naaldhakken. Ze draagt een witte verpleegstersmuts met een rood kruis. Verder is ze geheel naakt. Ze heeft haar rechterbeen omhoog getrokken, waardoor de aandacht van de foto is gericht op de vagina van het meisje. Op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 3]
en/of
[foto 4]
Blank, geheel naakt meisje zit op haar knieën en handen, met de rug naar de camera toe. Ze heeft haar hoofd half gedraaid. Ze draagt make-up. De aandacht van de foto is gericht op de billen en vagina van het meisje. Op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 4]
en/of
[foto 5]
Blank, geheel naakt meisje zit op haar handen en knieën op een rots met de rug naar de camera toe. Het meisje heeft haar hoofd in de richting van de camera gedraaid. De aandacht van de foto is gericht op de billen en de vagina van het meisje. op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 5]
en/of
[foto 6]
Blank, geheel naakt meisje zit op haar billen op het strand. Ze heeft haar rechterbeen opgetrokken en haar linkerbeen gespreid, waardoor de aandacht van de foto gericht is op de vagina van het meisje. Op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 6]
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2000 tot en met 21 juli 2013 te Delft (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk van een (minderjarige) persoon/personen (aanwezig in de (achter)tuin van de woning aan de [adres]), althans op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, met een technisch hulpmiddel (fotocamera) waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt een (of meer) (in totaal 2.012) afbeeldingen heeft vervaardigd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 01 januari 2006 tot en met 21 juli 2013 te Delft,
in elk geval in Nederland, één of meergegevensdrager
(s
), te weten een computer en
/ofeen harde schijf, bevattende
een (groot) aantalafbeeldingen,
heeft ingevoerd en/of doorgevoerd en/of verworven en/ofin bezit heeft gehad
(te weten circa 109.264 foto's),
terwijl
(telkens
)op die afbeeldingen
(die foto's) (een
)seksuele gedraging
(en)zichtbaar is
/zijn, waarbij
telkenseen
of meerperso
(o
)n
endie kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had
(den)bereikt, was
/warenbetrokken
en/of schijnbaar was/waren betrokkenen welke voornoemde seksuele gedragingen bestond
(en
)uit
- onder meer:
[foto 1]
Blank, geheel naakt meisje staat voorovergebogen met haar billen in de richting van de camera. Het meisje heeft haar hoofd gedraaid en kijkt in de richting van de camera. Het meisje draagt twee paardenstaarten en een kralen ketting om haar middel. De aandacht van de foto is gericht op de billen en de vagina van het meisje. Op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 1]
en
/of
[foto 2]
Blank meisje zit op haar billen en heeft haar benen omhoog getrokken. Ze draagt zwart/witte kousen. Haar onderlichaam is naakt. Er wordt ingezoomd op haar vagina. Op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 2]
en
/of
[foto 3]
Blank meisje ligt half op haar linkerzij. ze draagt rode handschoenen en rode laklederen laarsen met naaldhakken. Ze draagt een witte verpleegstersmuts met een rood kruis. Verder is ze geheel naakt. Ze heeft haar rechterbeen omhoog getrokken, waardoor de aandacht van de foto is gericht op de vagina van het meisje. Op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 3]
en
/of
[foto 4]
Blank, geheel naakt meisje zit op haar knieën en handen, met de rug naar de camera toe. Ze heeft haar hoofd half gedraaid. Ze draagt make-up. De aandacht van de foto is gericht op de billen en vagina van het meisje. Op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 4]
en
/of
[foto 5]
Blank, geheel naakt meisje zit op haar handen en knieën op een rots met de rug naar de camera toe. Het meisje heeft haar hoofd in de richting van de camera gedraaid. De aandacht van de foto is gericht op de billen en de vagina van het meisje. op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 5]
en
/of
[foto 6]
Blank, geheel naakt meisje zit op haar billen op het strand. Ze heeft haar rechterbeen opgetrokken en haar linkerbeen gespreid, waardoor de aandacht van de foto gericht is op de vagina van het meisje. Op de foto staat het logo [logo].
[bestandsnaam 6]
2.
hij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 01 januari 2000 tot en met 21 juli 2013 te Delft
(telkens
)opzettelijk en wederrechtelijk van een
(minderjarige
)persoon
/personen(aanwezig in de
(achter
)tuin van de woning aan de [adres]), althans op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, met een technisch hulpmiddel (fotocamera) waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt
een (of meer) (in totaal 2.012
)afbeeldingen heeft vervaardigd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Partiele nietigheid dagvaarding
Het hof zal net als de rechtbank de dagvaarding partieel nietig verklaren voor zover dit betreft feit 1 inzake de afbeeldingen die niet feitelijk in de dagvaarding zijn omschreven. Het hof overweegt daartoe dat de term “afbeelding van een seksuele gedraging” onvoldoende feitelijk is en de dagvaarding betreffende die afbeeldingen (anders dan voor wat betreft de zes wel feitelijk omschreven afbeeldingen) in zoverre dan ook niet in overeenstemming is met de eisen gesteld in het eerste lid van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging
Door en namens de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde. De verdediging voert daartoe aan – zakelijk weergegeven – dat niet met zekerheid valt vast te stellen dat de op de ten laste gelegde foto’s afgebeelde personen jonger zijn dan 18 jaren en dat op voornoemde foto’s geen expliciete seksuele handelingen worden verricht, waardoor er geen sprake is van kinderporno. Voorts is bepleit dat de verdachte geen wetenschap had van de aanwezigheid van de kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer.
Het hof is — na kennisname van de in de tenlastelegging feitelijk omschreven afbeeldingen ter terechtzitting in hoger beroep en derhalve op grond van eigen waarneming — met de rechtbank van oordeel dat de personen van het vrouwelijk geslacht die op die afbeeldingen staan afgebeeld, conform het op 1 november 2013 opgemaakte beschrijvingsproces-verbaal met nummer 2013153703 allen kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt. Het hof merkt daarbij op dat de aanduiding van foto met nr. [bestandsnaam 1] dient te worden beschouwd als kennelijke schrijffout en leest daarvoor: [bestandsnaam 1]. Deze personen hebben lichaamskenmerken zoals een kinderlijk dan wel jeugdig gezicht en/of lichaamsbouw en/of ontwikkeling van de geslachtskenmerken die in de regel worden geassocieerd met en kenmerkend zijn voor vrouwelijke personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt. Voorts poseren die personen niet alleen naakt op de foto’s, maar nemen zij ook een houding aan waardoor kennelijk opzettelijk en nadrukkelijk en op zinnenprikkelende wijze de vagina wordt getoond. Reeds om die reden, maar ook wegens de accessoires en/of make-up die de meisjes dragen, is naar het oordeel van het hof op de ten laste gelegde foto’s sprake van een gedraging van expliciet seksuele aard.
Ten aanzien van de vraag of verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de kinderpornografische afbeeldingen overweegt het hof dat verdachte heeft verklaard
dat hij de afbeeldingen in de periode 2000 - 2005 heeft gedownload en op een harde schijf gezet. Na het vastlopen van deze harde schijf heeft hij de bestanden op die harde schijf in 2012 middels een recoveryprogramma teruggehaald en op voornoemde laptop en andere harde schijf gezet. Uit die verklaring volgt dat verdachte op 1 januari 2006 wist hij dat hij een gegevensdrager met daarop kinderpornografische afbeeldingen in bezit had. De gegevensdragers van verdachte zijn door de politie in beslag genomen op 21 juli 2013. Na onderzoek zijn daarop kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Verdachte heeft dan ook in de tenlastegelegde periode een gegevensdrager bevattende kinderpornografische afbeeldingen in bezit gehad. Dat bestanden op de harde schijf mogelijk gedurende enige tijd voor verdachte niet toegankelijk waren doet daaraan niet af. Niet alleen is voor bewezenverklaring niet vereist dat verdachte gedurende de gehele periode toegang had tot de bestanden, uit zijn verklaring blijkt ook dat verdachte beschikte over de kennis en software om de bestanden op de naar zijn zeggen vastgelopen harde schijf weer toegankelijk te maken. Bij het voorgaande komt nog dat de verschillende data genoemd als momenten waarop handelingen zijn verricht die tot wijziging in de digitale status van de bestanden op de harde schijf (“created”, accessed” en “modified”) hebben geleid, gelegen zijn in de tenlastegelegde periode.
Op grond van de bewijsmiddelen is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte in de periode van 1 januari 2006 tot en met 21 juli 2013 een gegevensdrager bevattende kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad.
Ter zitting heeft de raadsman zijn verzoek, als geformuleerd in zijn brief aan de advocaat-generaal van 1 mei 2015, tot het horen van de daarin genoemde getuigen (te weten [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4] desgevraagd herhaald. Het hof wijst deze verzoeken af, voor zover daarop niet reeds ter terechtzitting is beslist, omdat het horen van deze getuigen niet noodzakelijk is voor enige door het hof te nemen beslissing.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
gebruik maken van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke manier kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding maken, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, behoudens de op te leggen straf, en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarde het volgen van de aanwijzingen van de reclassering.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft slechts ten gerieve van zichzelf het in de bewezenverklaring omschreven kinderpornografisch materiaal in bezit gehad. Het betreft hier slechts een selectie van een zeer omvangrijke hoeveelheid van dergelijke foto’s (meer dan 100.000), die tijdens het opsporingsonderzoek in bezit van verdachte zijn aangetroffen. De verdachte heeft hiermee de norm die strekt tot de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik in ernstige mate geschonden. Door het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden. Voor deze productie worden jonge kinderen seksueel misbruikt en uitgebuit. Ten gevolge hiervan lopen deze kinderen dikwijls psychische schade op die gedurende lange tijd diepe sporen nalaat. Ook kunnen zij nog geruime tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de productie van de beelden. In de praktijk is namelijk gebleken dat een afbeelding die eenmaal op internet is aangetroffen, vrijwel onmogelijk blijvend van internet te verwijderen is en nog jarenlang kan opduiken. Dat de verdachte hieraan, als consument, een bijdrage heeft geleverd, rekent het hof de verdachte zwaar aan. De verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan het plegen van een ernstig strafbaar feit.
Daarnaast heeft de verdachte zich jarenlang schuldig gemaakt aan het heimelijk fotograferen van de dochter van zijn buren. Verdachte heeft daarmee ernstig inbreuk gemaakt op haar privacy. Dergelijke handelingen zijn verwerpelijk zeker nu het gaat om de achtertuin van een woning, een plek waar een ieder zich onbespied moet kunnen voelen.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 30 april 2015, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het bezit van kinderpornografisch materiaal. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen. Voorts is vast komen te staan dat de verdachte gedurende een lange periode in het bezit was van kinderpornografisch materiaal en dat hij - blijkens het dossier - in 2012 nog kinderpornografisch materiaal heeft bekeken.
In het voordeel van de verdachte overweegt het hof dat hij inmiddels hulp heeft gezocht en in ieder geval voor een deel van zijn problematiek wordt behandeld.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 139f en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij Stichting Reclassering Nederland (Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag) op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen bij De Waag (Forensische) psychiatrie (of een andere soortgelijke instelling) op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit arrest is gewezen door mr. M.P.J.G. Göbbels, mr. R.C. Schlingemann en mr. M. Moussault, in bijzijn van de griffier mr. B.T. de Groot.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 4 juni 2015.
Mr. M.P.J.G. Göbbels is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.