ECLI:NL:GHDHA:2015:1194
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Waarde woning vastgesteld door Heffingsambtenaar in geschil
In deze zaak gaat het om de waardebepaling van een woning in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen de door de Heffingsambtenaar van de gemeente Nieuwkoop vastgestelde waarde van € 252.000 per 1 januari 2012. Na bezwaar heeft de Heffingsambtenaar de waarde verlaagd naar € 235.000, maar de belanghebbende is van mening dat de waarde niet hoger is dan € 150.000. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep is gegaan.
Tijdens de zitting van het Gerechtshof op 18 februari 2015 is de zaak behandeld. De belanghebbende heeft zijn standpunt toegelicht, terwijl de Heffingsambtenaar een verweerschrift heeft ingediend. Het Hof heeft vastgesteld dat de Heffingsambtenaar de waarde van de woning heeft onderbouwd met een taxatierapport, waarin vergelijkingsobjecten zijn opgenomen. Het Hof oordeelt dat de Heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld, en dat de gebruikte vergelijkingsobjecten afdoende zijn.
Het Hof heeft geconcludeerd dat de waarde van de woning op de waardepeildatum correct is vastgesteld en dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. De belanghebbende heeft niet voldoende bewijs geleverd voor zijn stelling dat de waarde lager zou moeten zijn, en het Hof heeft geoordeeld dat de Heffingsambtenaar rekening heeft gehouden met de relevante factoren, waaronder de staat van de woning en de omgeving. De uitspraak van het Hof bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank, en de belanghebbende kan binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.