Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[naam verdachte],
hij op of omstreeks 16 maart 2014 te 's-Gravenhage aan een persoon genaamd [aangever], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten: twee voortanden met wortel geheel uit de mond en/of een gedeelte van een voortand afgebroken), heeft toegebracht, door deze opzettelijk meerdere malen, althans eenmaal, met een boksbeugel, althans een hard voorwerp, tegen de mond, in ieder geval in/tegen het gezicht, te slaan;
hij op of omstreeks 16 maart 2014 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [aangever], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [aangever] meerdere malen, althans eenmaal, met een boksbeugel, althans een hard voorwerp, tegen de mond, in ieder geval in/tegen het gezicht, te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 16 maart 2014 te 's-Gravenhage opzettelijk een persoon (te weten [aangever]), meerdere malen, althans eenmaal, met een boksbeugel, althans een hard voorwerp, tegen de mond, in ieder geval in/tegen het gezicht, heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
hij op
of omstreeks16 maart 2014 te 's-Gravenhage aan een persoon genaamd [aangever], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten: twee voortanden met wortel geheel uit de mond en
/ofeen gedeelte van een voortand afgebroken), heeft toegebracht, door deze opzettelijk
meerdere malen, althans eenmaal,met een boksbeugel
, althans een hard voorwerp,tegen de mond
, in ieder geval in/tegen het gezicht,te slaan.
zware mishandeling.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
€ 9.716,51 (negenduizend zevenhonderdzestien euro en eenenvijftig cent) bestaande uit € 7.966,51 (zevenduizend negenhonderdzesenzestig euro en eenenvijftig cent) materiële schade en € 1.750,00 (duizend zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 16 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening,en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 9.716,51 (negenduizend zevenhonderdzestien euro en eenenvijftig cent) bestaande uit € 7.966,51 (zevenduizend negenhonderdzesenzestig euro en eenenvijftig cent) materiële schade en € 1.750,00 (duizend zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade,
vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 16 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
83 (drieëntachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.