Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
- [de minderjarige sub 1], geboren[in] 2010 te [geboorteplaats], en
- [de minderjarige sub 2], geboren [in] 2011 te [geboorteplaats],
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag, waarin is bepaald dat het gezag over de minderjarigen voortaan alleen aan de vader toekomt. De moeder is van mening dat er geen klemmende redenen zijn om het gezamenlijk gezag te beëindigen en verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen. De vader verzoekt de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar beroep en de beschikking te bekrachtigen. Het hof overweegt dat de verhoudingen tussen de ouders ernstig verstoord zijn en dat er geen gemeenschappelijke grondslag aanwezig is voor de uitoefening van gezamenlijk gezag. Dit blijkt uit het feit dat de ouders al enige tijd niet met elkaar kunnen overleggen en dat er situaties zijn geweest waarin de vader de rechtbank heeft moeten inschakelen voor het verkrijgen van een paspoort voor de oudste minderjarige. Het hof is van oordeel dat het in het belang van de minderjarigen is dat de hulpverlening onverstoord doorloopt en dat er rust komt in de situatie van de minderjarigen. Het hof bekrachtigt daarom de bestreden beschikking en compenseert de kosten van het geding in beide instanties, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.