ECLI:NL:GHDHA:2015:1016
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- A.D. Kiers-Becking
- T.G. Lautenbach
- D. Visser
- Rechtspraak.nl
Terugvordering kinderopvangtoeslag door belastingdienst; onrechtmatige daad of onrechtvaardige verrijking?
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, gaat het om de terugvordering van kinderopvangtoeslag door de belastingdienst. Appellante, die in de periode van 2007 tot en met 2012 kinderopvangtoeslag ontving, heeft deze bedragen teruggevorderd. De belastingdienst heeft een deel van de uitgekeerde bedragen teruggevorderd, wat leidde tot een rechtszaak. Appellante stelt dat de geïntimeerden, waaronder een gastouderbemiddelingsbureau en een gastouder, onrechtmatig hebben gehandeld of ongerechtvaardigd zijn verrijkt door de kinderopvangtoeslag op haar naam aan te vragen zonder haar medeweten.
Het hof heeft vastgesteld dat de feiten zoals door de rechtbank in het eerdere vonnis zijn vastgesteld, niet zijn betwist. Appellante heeft in eerste aanleg gevorderd dat de geïntimeerden onrechtmatig hebben gehandeld en heeft schadevergoeding geëist. De rechtbank heeft deze vorderingen afgewezen, omdat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de terugvordering door de belastingdienst het gevolg was van de door haar gestelde gang van zaken.
In hoger beroep heeft appellante vier grieven ingediend, die in wezen neerkomen op de stelling dat de geïntimeerden onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld. Het hof heeft de grieven gezamenlijk behandeld en geconcludeerd dat appellante haar stellingen onvoldoende heeft onderbouwd. De geïntimeerden hebben betwist dat zij zonder instemming van appellante kinderopvangtoeslag hebben aangevraagd. Het hof heeft geoordeeld dat er geen bewijs is dat de geïntimeerden onrechtmatig hebben gehandeld en dat er geen sprake is van ongerechtvaardigde verrijking.
Het hof heeft de vorderingen van appellante afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De beslissing van de rechtbank is bekrachtigd, en appellante is niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen eerdere tussenvonnissen. Het arrest is uitgesproken op 14 april 2015 door de rechters A.D. Kiers-Becking, T.G. Lautenbach en D. Visser.