ECLI:NL:GHDHA:2014:891
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de curator in faillissement bij onderhandse verkoop van activa
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de curator in het faillissement van [X] B.V. voor de schade die Aannemersbedrijf Wallaard Noordeloos B.V. heeft geleden door een onderhandse verkoop van activa. Wallaard had een bod gedaan op een kavel van het failliete bedrijf, maar de curator heeft later een beter bod van een derde partij geaccepteerd zonder de toestemming van de rechter-commissaris af te wachten. Wallaard vorderde een verklaring voor recht dat de curator onrechtmatig had gehandeld en aansprakelijk was voor de geleden schade. Het hof oordeelt dat de curator toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst met Wallaard. Het hof stelt vast dat de curator, na het sluiten van de overeenkomst met Wallaard, niet vrijstond om een later binnengekomen bod van een derde partij in behandeling te nemen. De curator had de rechter-commissaris niet mogen informeren over het nieuwe bod voordat deze had beslist over het bod van Wallaard. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de rechtbank en verklaart voor recht dat de curator aansprakelijk is voor de schade die Wallaard heeft geleden. De zaak wordt verwezen naar de schadestaatprocedure voor de vaststelling van de schade.