1subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 5 juni 2013 tot en met 22 juni 2013 te Rotterdam (een) goed(eren), te weten een scooter (merk ZNEN, kenteken [KENTEKENNR.]) en/of een (val)helm (merk MT Helmets, kleur zwart), heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed(eren) betrof.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 05 juni 2013 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een Houtskoolgrillroom, gelegen aan de [adres], heeft weggenomen een scooter merk ZNEN, kenteken [KENTEKENNR.] en een (val)helm merk MT Helmets, kleur zwart, toebehorende aan [benadeelde partij] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging
Namens de verdachte heeft de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep naar voren gebracht dat de verdachte van het primair en subsidiair ten laste gelegde feit behoort te worden vrijgesproken. Ter adstructie hiervan heeft hij betoogd, dat – zakelijk weergegeven – er geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat de verdachte de scooter en de helm wederrechtelijk uit de Houtskoolgrillroom heeft weggenomen noch dat hij deze heeft geheeld.
Het hof stelt, gelet op het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de zich in het dossier bevindende wettige bewijsmiddelen, de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 5 juni 2013 is door een neef van aangever geconstateerd dat de zijingang van de winkel (Houtskoolgrillroom) aan de [adres] te Rotterdam openstond. Nadat aangever en diens neef het pand, gevestigd aan de Zwaanhals, betraden, zagen zij dat een zogenoemde bezorgscooter van het merk ZNEN met een zwarte box achterop, alsmede een zwarte helm van het merk MT Helmets waren weggenomen.
Op 22 juni 2013 is deze scooter teruggevonden in de [adres] te Rotterdam in de nabijheid van een woning aan de [adres] waar de verdachte regelmatig verbleef.
De hoofdbewoner, [getuige], heeft op 26 juni 2013 in voormelde woning aan de politie een zwarte helm overhandigd, die volgens [getuige] en volgens de getuige [getuige 2] door de verdachte in deze woning was achtergelaten. De getuige [getuige] heeft tevens verklaard dat de verdachte op een witte “pizza” scooter met een zwarte bak reed.
Ook de getuigen [getuige 3] en [getuige 4] hebben beiden, afzonderlijk van elkaar, verklaard dat de verdachte reed op een witte “vierkante” scooter met een zwarte bak achterop, en dat hij een zwarte helm droeg.
De aangever verklaarde dat de door de politie aangetroffen helm qua merk, kleur en type dezelfde is als de helm die uit zijn winkel is weggenomen.
Bij het uitkijken van de camerabeelden ziet verbalisant [verbalisant], dat op 5 juni 2013 te 06.16 uur een persoon op een fiets de Snellemanstraat vanaf de kant van de Zwaanhals in komt rijden.
[verbalisant] ziet dat deze persoon om 06.18 uur aan de zijde van nummer 2 (naar het hof begrijpt: het pand van aangever) verdwijnt. Op 5 juni 2013 te 06.24 uur verschijnteen persoon met hetzelfde signalement als de persoon die eerder op de fiets aan is gekomen weer in beeld aan de zijde van nummer 2. Deze persoon rijdt op een scooter, wit van kleur met een zwarte doos achterop. Het signalement van de persoon dat door de verbalisant wordt gegeven is als volgt: donkere (gym)schoenen met een witte zool en een zwarte helm.
De verdachte is op 26 juni 2013 aangehouden. Bij zijn aanhouding droeg de verdachte schoenen van het merk Nike, zwart van kleur met een opvallende witte zool met opstaande rand.
Op basis van het bovenstaande staat naar het oordeel van het hof genoegzaam vast dat de verdachte in het bezit is geweest van de scooter en de helm die op 5 juni 2013 bij de houtskoolgrillroom zijn gestolen. Gelet op de overeenkomst tussen de schoenen van degene die die diefstal heeft gepleegd en de schoenen van de verdachte, in combinatie met het korte tijdsbestek waarin de diefstal heeft plaatsgevonden, te weten 6 minuten, staat naar het oordeel van het hof evenzeer vast dat het de verdachte is geweest die die diefstal heeft gepleegd.
Derhalve wordt het verweer van de raadsman door het hof verworpen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het primair bewezen verklaarde levert op: