ECLI:NL:GHDHA:2014:861

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2014
Publicatiedatum
18 maart 2014
Zaaknummer
22-002831-11
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor valsheid in geschrifte en oplichting na hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1985, was beschuldigd van valsheid in geschrifte en oplichting. De tenlastelegging omvatte het opmaken en gebruiken van valse facturen en betalingsopdrachten, met als doel zich wederrechtelijk te bevoordelen. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank werd vernietigd en dat de verdachte tot een gevangenisstraf van 15 maanden zou worden veroordeeld, waarvan 5 maanden voorwaardelijk.

Tijdens de zittingen in eerste aanleg en hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. Het hof heeft in zijn beoordeling bijzondere aandacht besteed aan de verklaringen van getuigen en de werkwijze van de benadeelde partij bij het verwerken van facturen. Het hof oordeelde dat het niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de feiten had gepleegd, en sprak haar vrij van de beschuldigingen.

De beslissing van het hof om het vonnis van de rechtbank te vernietigen en de verdachte vrij te spreken, is gebaseerd op het ontbreken van direct bewijs voor strafbaar handelen door de verdachte. Het hof concludeerde dat de verdachte niet de enige was die toegang had tot de betrokken rekeningen en dat het mogelijk was dat anderen de feiten hadden gepleegd. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak om de verdachte vrij te spreken wanneer aan de bewijsvereisten niet is voldaan.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002831-11
Parketnummer: 09-755120-08
Datum uitspraak: 14 maart 2014
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

Meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 31 mei 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1985,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 28 februari 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep wordt vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder
1
en 2 primair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008, te Den Haag, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, 37, althans één of meer factu(u)r(en) en/of betaalopdracht(en) - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/of laten opmaken/vervalsen,
immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk voornoemde factu(u)r(en) en/of betaalopdracht(en) voorzien van (een) (aangepaste en/of gewijzigde) factuur- en /of boekingsgegeven(s) en/of een rekeningnummer(s) en/of (een) (bijbehorende) na(a)m(en) en/of geldbedrag(en) van/voor (rechts)personen die niet bij [benadeelde partij] als crediteur en/of zakelijke relatie bekend waren en/of geen bestaande vordering(en) op de [benadeelde partij] hadden,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
en/of
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008, te Den Haag, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van 37, althans één of meer vals(e) of vervalst(e) geschrift(en), te weten factu(u)r(en) en/of betalingsopdracht(en) - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat/die geschriften echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (telkens) opzettelijk voornoemd(e) geschrift(en) heeft/hebben aangeboden aan (het boekhoudprogramma en/of de crediteurenadministratie van) de [benadeelde partij] teneinde een (of meerdere) geldbedrag(en) te verkrijgen,
bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin dat die factu(u)r(en) en/of betaalopdracht(en) werden voorzien van (een) (aangepaste en/of gewijzigde) factuur- en /of boekingsgegeven(s) en/of een rekeningnummer(s) en/of (een) (bijbehorende) na(a)m(en) en/of geldbedrag(en) van/voor (rechts)personen die niet bij [benadeelde partij] als crediteur en/of zakelijke relatie bekend waren en/of geen bestaande vordering(en) op de [benadeelde partij] hadden;
2.
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008 te Den Haag, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of valse hoedanigheid en/of door gebruik te maken van (een) (valse/vervalste) factu(u)r(en) en/of betalingsopdracht(en) en/of crediteur(en) en/of een of meer ander(e) (nog onbekende) overeenkomst(en) en/of geschrift(en) en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij] en/of (een) andere benadeelde(n) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en), te weten (totaal) ongeveer 2.286.308,64 euro, in elk geval van enig(e) goed(eren) en/of (geld)bedrag(en), hebbende verdachte en/of haar mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (zich voordoend als rechthebbende) - (een) originele, reeds goedgekeurde, factu(u)r(en) en/of betalingsopdracht(en), verwijderd uit het boekhoudprogramma ([boekhoudprogramma]) en/of
- ( vervolgens) (door middel van het her- en/of inscannen) vervangen door 37, althans een of meer, vals(e) en/of vervalst(e) factu(u)r(en en/of betalingsopdracht(en) op naam van (een) natuurlijke en/of rechtsperso(o)n(en), die niet als crediteur en/of zakelijke relatie bekend waren bij de [benadeelde partij] (te weten onder andere [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] en/of [benadeelde partij 4]), en/of
- deze/die natuurlijke en/of rechtsperso(o)n(en) (te weten onder andere [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] en/of [benadeelde partij 4]), (valselijk) als crediteur(en) in het boekhoudprogramma ([boekhoudprogramma]) en/of de betaalmodule in het betalingssysteem (SAP) aangemaakt en/of ingevoerd, waardoor genoemde [benadeelde partij] en/of (een) andere benadeelde(n) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(s);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008 te Den Haag, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
(telkens) van één of meerdere voorwerp(en), te weten één of meerdere geldbedrag(en) (ter hoogte van ongeveer 2.286.308,64 euro), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dit/deze geldbedrage(en) was en/of het voorhanden had,
terwijl zij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middelijk - afkomstig was uit misdrijf, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) een of meerdere geldbedrag(en) afkomstig van fraude bij de [benadeelde partij] overgeboekt naar (een) privé-rekening(en) en/of bedrijfsrekening(en) (teneinde de herkomst van dat/die geldbedrag(en) te verhullen en/of versluieren).
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Gelet op het verhandelde ter terechtzitting alsmede het procesdossier is niet buiten gerede twijfel komen vast te staan dat de verdachte het door haar steeds ontkende ten laste gelegde heeft begaan. Bij deze beoordeling is door het hof in het bijzonder in aanmerking genomen hetgeen door de verschillende getuigen bij de rechter-commissaris is verklaard over de bij [benadeelde partij] gebezigde werkwijze voor het invoeren en afhandelen van de te betalen facturen, bij welke werkwijze het geenszins is uitgesloten dat een ander of anderen dan de verdachte – onder het account van de verdachte –als indirect bewijsmiddel opgevoerd- het ten laste gelegde heeft, onderscheidenlijk hebben begaan. Direct bewijs voor strafbaar handelen door de verdachte ontbreekt ten enen male.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder
1
en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. J. Borgesius, mr. A.V. van den Berg en mr. G. Dulek-Schermers, in bijzijn van de griffier mr. M.Th.A. de Ridder.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 14 maart 2014.