ECLI:NL:GHDHA:2014:485
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van ontucht, mishandeling en bedreiging tegen minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in Uganda, werd beschuldigd van ontucht, mishandeling en bedreiging van haar minderjarige kinderen. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De zaak kwam voort uit een conflictueuze echtscheiding, waarbij de vader van de kinderen aangifte deed van seksueel misbruik en mishandeling. Het hof oordeelde dat de verklaringen van de minderjarigen, die als bewijs dienden, niet betrouwbaar waren. Deskundigen concludeerden dat de verklaringen van de kinderen gebreken vertoonden en dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. Het hof wees op de lange duur van de procedure en de overschrijding van de redelijke termijn, maar oordeelde dat dit niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, omdat de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.