ECLI:NL:GHDHA:2014:477
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- E.M. Vrouwenvelder
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake navorderingsaanslagen en naheffingsaanslag inkomstenbelasting en omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag over navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de Inspecteur de administratie van belanghebbende terecht had verworpen, wat leidde tot omkering en verzwaring van de bewijslast. Belanghebbende had navorderingsaanslagen ontvangen voor de jaren 2004 en 2005, alsook een naheffingsaanslag voor de omzetbelasting over het tijdvak van 2003 tot en met 2005. De rechtbank had de boeten en heffingsrente vastgesteld, maar belanghebbende was het niet eens met deze beslissingen en ging in hoger beroep.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 december 2013 was de Inspecteur aanwezig, maar belanghebbende verscheen niet. De griffier had belanghebbende eerder uitgenodigd, maar deze had de uitnodiging niet opgehaald. Het Hof oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld over de navorderingsaanslagen en de naheffingsaanslag, en dat de boeten en heffingsrente correct waren vastgesteld. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat belanghebbende in zijn aangiften bewust te lage winsten had verantwoord, wat leidde tot de opgelegde boeten. De rechtbank had de boetes verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn, maar het Hof vond geen reden om de beslissing van de rechtbank te herzien. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en belanghebbende werd in het ongelijk gesteld.