ECLI:NL:GHDHA:2014:4740

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
18 november 2014
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
200.145.183
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een huurzaak in het kader van de Second Opinion-procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, betreft het een hoger beroep in een huurzaak waarbij de appellant, zonder bekende woon- of verblijfplaats, vertegenwoordigd werd door mr. M.E. Hoogenraad. De geïntimeerde, Stichting Maasdelta Groep, gevestigd te Spijkenisse, werd vertegenwoordigd door mr. R.W.F. Heijmeriks. Het hof heeft eerder, op 13 mei 2014, een tussenarrest gewezen waarin een comparitie na aanbrengen werd bevolen. Tijdens deze comparitie, die op 3 juli 2014 plaatsvond, werd de mogelijkheid van de Second Opinion-procedure besproken. Beide partijen hebben na afloop van de comparitie een SO-formulier ingevuld en ondertekend, waarmee zij instemden met de procedure zoals vastgelegd in het Second Opinion Reglement (SOR). De enige grief van de appellant was dat de rechtbank Rotterdam (sector kanton) ten onrechte niet heeft beslist overeenkomstig hetgeen hij in eerste aanleg had gevorderd. Het hof heeft de overwegingen van de kantonrechter overgenomen en het bestreden vonnis bekrachtigd zonder nadere motivering, zoals toegestaan onder artikel 4.2 SOR. De appellant werd veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn beperkt tot het door de geïntimeerde betaalde griffiegeld en een punt volgens het liquidatietarief. Het hof heeft in zijn beslissing de kosten van de procedure vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.598,00, bestaande uit € 704,00 voor griffierecht en € 894,00 voor salaris advocaat. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 18 november 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.145.183/01
Zaak/rolnummer rechtbank : 2022028/CV EXPL 13-15991

Arrest van 18 november 2014

inzake

[appellant],

zonder bekende woon- of verblijfplaats,
domicilie kiezende op het kantooradres van mr. Hoogenraad te Maassluis,
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. M.E. Hoogenraad te Maassluis,
tegen
STICHTING MAASDELTA GROEP,
gevestigd te Spijkenisse,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Maasdelta,
advocaat: mr. R.W.F. Heijmeriks te Spijkenisse.

Het verdere geding

Bij tussenarrest van 13 mei 2014 is een comparitie na aanbrengen bevolen. Het hof verwijst voor het verloop van het geding tot heden naar dit tussenarrest. Ter comparitie, die heeft plaatsgevonden op 3 juli 2014, is de mogelijkheid van de Second Opinion-procedure besproken. De behandelend advocaten hebben na afloop van de comparitie ieder een SO­ formulier als bedoeld in artikel 3.2. van het Second Opinion Reglement (SOR) ingevuld en onde1tekend. Voornoemd verzoek is toegestaan, \vaarna arrest is bepaald op heden.

Beoordeling van het hoger beroep volgens de Second Opinion-procedure

Met de namens hen verrichte invulling en ondertekening van de SO-formulieren hebben partijen ingestemd met het SOR en worden zij geacht de conclusies als bedoeld in artikel 34 7 lid I Rv te hebben genomen (zie ook de artikelen 3.3 en 3.4 SOR). De enige grief van [appellant] bestaat eruit dat de rechtbank Rotterdam (sector kanton) ten onrechte niet heeft beslist overeenkomstig hetgeen [appellant] in eerste aanleg heeft gevorderd of geconcludeerd.
Het hof - dat kennis heeft genomen van de stukken in eerste aanleg - neemt de overwegingen van de kantonrechter over en maakt deze tot de zijne. Derhalve zal het bestreden vonnis worden bekrachtigd. Dit behoeft, gezien artikel 4.2 SOR, geen nadere motivering.
3. Als de in hoger beroep in het ongelijk gestelde partij zal [appellant] worden veroordeeld in de daarop gevallen kosten, die ingevolge artikel 4.4 SOR beperkt zijn tot het door Maasdelta betaalde griffiegeld van€ 704,00 en, nu een comparitie heeft plaatsgevonden, één punt volgens het toepasselijke liquidatietarief,€ 894,00.

Beslissing

Het hof
  • bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
  • veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Maasdelta begroot op een bedrag van € 1.598,00 waarvan € 704,00 voor griffierecht en € 894,00 voor salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. A. Dupain, T.G. Lautenbach en M.P.J. Ruijpers en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 november 2014 in aanwezigheid van de griffier.