Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
[---] Fruit Exporters (PTY) LTD,
gevestigd te Northern Paarl, Zuid-Afrika,
1.Het geding
Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd en is arrest gevraagd.
2.Beoordeling van het hoger beroep
- [appellante] produceert druiven en exporteert deze wereldwijd. In Nederland handelde [appellante] sinds 2001 met commissionair Hyka BV aan wie [appellante] druiven in consignatie leverde. Onder inhouding van kosten en een commissionairsvergoeding betaalde Hyka BV het resultaat van haar verkopen aan [appellante] .
- [appellante] heeft in een vanaf 19 september 2005 aanhangige procedure voor de rechtbank Arnhem van Hyka BV schadevergoeding gevorderd op grond van wanprestatie en/of onrechtmatige daad wegens, kort gezegd, fraude door Hyka BV bij afrekeningen aan [appellante] over de seizoenen 2001 en 2002. Na faillietverklaring van Hyka BV heeft [appellante] een procedure aangespannen tegen, voor zover hier van belang, Holding [X] BV alsmede tegen [A] en [B] . In die procedure heeft de rechtbank Arnhem bij vonnis van 14 december 2011 Holding [X] BV en [A] hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan [appellante] van € 775.149,25, vermeerderd met wettelijke rente, kosten voor de beslagen en de proceskosten en heeft zij haar beslissing over de vordering jegens [B] aangehouden. Bij arrest van 15 oktober 2013 heeft het gerechtshof te Arnhem het vonnis ten aanzien van deze veroordelingen bekrachtigd.
- Na de faillietverklaring van Hyka BV in 2008 heeft [appellante] tegen de curator een rechterlijk bevel tot openlegging van de boeken verkregen en heeft zij onderzoeksbureau IRS Forensic Services & Investigations BV onderzoek laten doen naar de oorzaken van het faillissement. Op 13 maart 2009 heeft IRS gerapporteerd.
- Deloitte Belastingadviseurs en Deloitte Accountants hebben werkzaamheden verricht voor Hyka BV, Holding [X] BV en de heren [A] en [B] (deze vier (rechts-)personen verder tezamen aangeduid als: [X c.s.] ), bestaande uit advisering, het samenstellen van de jaarrekeningen en het controleren van de geconsolideerde jaarrekeningen. Deloitte heeft onder meer geadviseerd over een herstructurering .
- Bij brief van 18 november 2013 heeft [appellante] Deloitte aansprakelijk gesteld.
a) alle door Deloitte opgestelde adviezen uit 2005 aangaande de herstructurering bij [X c.s.] ;
b) alle door Deloitte opgestelde stukken en/of adviezen aangaande herstructurering bij [X c.s.] in de periode vanaf 2001 tot eind 2007, waaronder in ieder geval stuk(ken) opgesteld door [… 1] van Deloitte die door mr. Rommes blijkens zijn declaratie als ingekomen stukken zijn gelezen op 21 oktober 2005 (declaratie 223991);
d) alle verslagen en/of memo’s die in de periode vanaf 2001 tot en met eind 2007 zijn gemaakt naar aanleiding van besprekingen aangaande de herstructurering bij [X c.s.] met (vertegenwoordigers van) [X c.s.] , waaronder in ieder geval verslag(en) van een bespreking die blijkens de declaratie van mr. Rommes is gevoerd op 10 februari 2005 met de heer [X] , [… 2] en [… 3] (declaratie 195587);
e) alle verslagen die in de periode vanaf 2001 tot en met eind 2007 zijn gemaakt naar aanleiding van telefoongesprekken aangaande de herstructurering bij [X c.s.] met (vertegenwoordigers van) [X c.s.] , waaronder in ieder geval verslag(en) van een telefoongesprek blijkens de declaratie van mr. Rommes gevoerd op 26 oktober 2005 met [… 4] , [… 1] en [… 5] (declaratie 223991);
f) alle notities, memo’s, verslagen etc. – al dan niet digitaal opgeslagen – die door Deloitte zijn opgesteld en correspondentie die is gevoerd tussen [X c.s.] en Deloitte naar aanleiding van de brieven van mr. Verhaar d.d. 7 april 2009 en 29 januari 2010;
g) alle notities, memo’s, verslagen etc. – al dan niet digitaal opgeslagen – die door Deloitte zijn opgesteld en correspondentie die is gevoerd tussen [X c.s.] en Deloitte met betrekking tot de totstandkoming en de inhoud van de accountantsmededeling van 27 maart 2003 en het rapport van bevindingen van 21 december 2005.
- uit een verklaring van een voormalige werknemer van Deloitte Belastingadviseurs, [… 2] , blijkt dat Deloitte [X c.s.] al in 2001 heeft geadviseerd om tot een herstructurering te komen; Deloitte had het initiatief en was zelfs ‘leading’ bij de advisering van [X c.s.] over de herstructurering;
- uit diezelfde verklaring van voormalig medewerker [… 2] blijkt dat de door Deloitte beoogde herstructurering ten doel had materiële vaste activa veilig te stellen, door onderbrenging van deze activa in [X] Holding BV, voor het onverhoopte geval van een deconfiture van één van de werkmaatschappijen;
- de herstructurering werd gerealiseerd in de periode 1 januari 2005 – 12 februari 2007;
- in dossiermappen van [X c.s.] , bevattende financiële overzichten die kennelijk zijn samengesteld door Deloitte Accountants met het oog op een belastingcontrole, bevond zich een geantedateerde sale-en-lease- backovereenkomst;
- Deloitte is zelf betrokken geweest bij de realisatie van de herstructurering, zoals blijkt uit de sale-en-lease-backovereenkomst;
- uit vier facturen van advocatenkantoor [AKD] , betrekking hebbende op het dossier met de naam “Hyka/herstructurering”, blijkt niet alleen dat Deloitte in 2005 betrokken is geweest bij de herstructurering van [X c.s.] maar ook dat zij bemoeienis heeft gehad met een telefoongesprek dat met de advocaat van [AKD] is gevoerd “inzake pauliana risico, sale-and-lease-backconstructie met evt. verpanding, risicoinschatting”;
- Deloitte was de huis(belasting)adviseur/-accountant van [X c.s.] ;
- Deloitte wist ten tijde van de herstructurering van de fraudeverdenkingen van [appellante] en van haar daarop gebaseerde aanspraak jegens Hyka BV.
Het vonnis van de voorzieningenrechter zal worden bekrachtigd. [appellante] wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Deloitte begroot op € 704,- wegens griffierecht en op € 1.788,- (2 punten x tarief II) wegens salaris advocaat. De proceskostenveroordeling zal worden voorzien van een veroordeling tot vergoeding van rente, zoals verzocht door Deloitte, en de veroordeling zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
3.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter van 14 april 2014;
- veroordeelt [appellante] in de proceskosten, aan de zijde van Deloitte begroot op € 2.492,-;
- veroordeelt [appellante] over het bedrag van deze proceskostenveroordeling de wettelijke rente te voldoen, indien en voor zover het bedrag tot betaling waarvan zij veroordeeld is niet zijn voldaan, vanaf de achtste dag na het wijzen van dit arrest;
- verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.