[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1987,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
28 februari 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder
1. en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Aan de verdachte is de bijzondere voorwaarde opgelegde dat hij zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens Reclassering Nederland, zolang die instelling zulks nodig acht, ook als dat inhoudt een meldingsgebod, deelname aan een gedragsinterventie (cognitieve vaardigheidstraining en of arbeidsvaardighedentraining), een behandelverplichting, een opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang en/of meewerken aan een arbeidstoeleidingstraject.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 04 november 2010 te Capelle aan den IJssel, op/aan de openbare weg, te weten de Kringdans, althans op/aan de openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 37 pakketten met I-phones en/of Blackberry's, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het:
- die [benadeelde partij] de woorden toevoegen: “Doe je handen naar beneden” en/of “Of ik spuit dit in je ogen en je gaat eraan of je doet gewoon rustig en we halen je busje leeg en jij kan aangifte gaan doen”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
- ( daarbij) die [benadeelde partij] tonen van een spuitbusje (met pepperspray) en/of
- die [benadeelde partij] de woorden toevoegen: “Je zegt maar dat het 3 Marokkanen waren in een bestelbusje” en/of “Bukken en rustig” en/of “Bukken en niet naar het kenteken kijken”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
2.
hij, op of omstreeks 05 november 2010 te Utrecht en/of te Best en/of op het traject tussen Utrecht en Best, althans in het arrondissement Utrecht en/of 's Hertogenbosch, op/aan de openbare weg, te weten de Golflaan, althans op/aan de openbare weg,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een of meer mobiele telefoons en/of I-phones en/of Blackberry's, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 3], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- het bestelbusje waarin die [benadeelde partij 3] als chauffeur reed vanaf het vertrekadres in Utrecht heeft gevolgd en/of
- die [benadeelde partij 3] heeft gewenkt en/of (daarbij) de indruk heeft gewekt dat hij/zij iets wilde(n) vragen, waarop die [benadeelde partij 3] één of meer ruit(en) van zijn bestelbus heeft geopend, en/of
- ( vervolgens) pepperspray, althans een bijtende (vloei)stof, in de ogen, althans het gezicht van die [benadeelde partij 3] heeft gespoten en/of
- aan de bijrijdersdeur van de bestelbus van die [benadeelde partij 3] heeft getrokken en/of terwijl die [benadeelde partij 3] weg reed aan die deur is blijven hangen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij, op
of omstreeks04 november 2010 te Capelle aan den IJssel,
op/aan de openbare weg, te weten de Kringdans,
althans op/aan de openbare weg,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 37 pakketten met I-phones en/of Blackberry's,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 1]
en/of [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken en
/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit het:
- die [benadeelde partij] de woorden toevoegen: “Doe je handen naar beneden” en
/of“Of ik spuit dit in je ogen en je gaat eraan of je doet gewoon rustig en we halen je busje leeg en jij kan aangifte gaan doen”,
althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,en
/of
-
(daarbij
)die [benadeelde partij] tonen van een spuitbusje
(met pepperspray)en
/of
- die [benadeelde partij] de woorden toevoegen: “Je zegt maar dat het 3 Marokkanen waren in een bestelbusje” en
/of“Bukken en rustig” en
/of“Bukken en niet naar het kenteken kijken”
, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
2.
hij, op
of omstreeks05 november 2010 te
Utrecht en/of teBest
en/of op het traject tussen Utrecht en Best, althans in het arrondissement Utrecht en/of 's Hertogenbosch, op/aan de openbare weg, te weten de Golflaan,
althans op/aan de openbare weg,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen
een of meermobiele telefoons en/of I-phones en/of Blackberry's,
geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 1]
en/of [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en
/ofte doen vergezellen
en/of te doen volgenvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 3], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met
een of meer vanzijn mededader
(s
), althans alleen,
-
het bestelbusje waarin die [benadeelde partij 3] als chauffeur reed vanaf het vertrekadres in Utrecht heeft gevolgd en/of
- die [benadeelde partij 3] heeft gewenkt en
/of (daarbij
)de indruk heeft gewekt dat
hij/zij iets wilde
(n
)vragen, waarop die [benadeelde partij 3]
één of meerruit
(en
)van zijn bestelbus heeft geopend, en
/of
-
(vervolgens
) pepperspray, althanseen bijtende
(vloei
)stof
,in de ogen
, althans het gezichtvan die [benadeelde partij 3] heeft gespoten en
/of
- aan de bijrijdersdeur van de bestelbus van die [benadeelde partij 3] heeft getrokken en
/ofterwijl die [benadeelde partij 3] weg reed aan die deur is blijven hangen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep het verweer gevoerd – zakelijk weergegeven – dat de verdachte behoort te worden vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. Hiertoe heeft de raadsman betoogd dat de verklaring van [getuige] onbetrouwbaar is en derhalve niet bruikbaar is voor het bewijs. Uit het dossier komt immers de aanwijzing naar voren dat [getuige] verdergaande betrokkenheid heeft gehad bij het plegen van de feiten dan hij zelf heeft verklaard en dat hij mogelijk de schuld van zich probeert af te schuiven. Ook overigens is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden om tot een bewezenverklaring te komen.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
De verklaring van [getuige]
Het hof heeft vastgesteld dat [getuige] op 27 januari 2011 bij de politie heeft verklaard dat hij aan [getuige 2] heeft verteld wie de jongens waren die bij de betreffende feiten betrokken zijn geweest en dat [getuige 2] hem toen met de dood heeft bedreigd als hij, [getuige], niet naar de politie zou gaan en de namen zou noemen van die jongens. (Proces-verbaal van verhoor verdachte, PL 2010266941, blz. 0115 en 0116). [getuige] heeft in de afgelegde verklaringen over de betrokkenheid van de verdachte en de medeverdachte bij de tenlastegelegde feiten ook zichzelf belast.
Op 18 januari 2011 heeft [getuige] bij de politie verklaard dat hij met de verdachte [verdachte] (het hof: [verdachte]) en de medeverdachte [medeverdachte] ’s ochtends heel vroeg in zijn grijze Volkswagen taxibus met kenteken [x] is gestapt. [getuige] moest van de verdachte en de medeverdachte naar Lageweide rijden en vervolgens een wit busje, een soort Combo van het merk Fiat, volgen, de snelweg op, in de richting van Den Bosch. In de buurt van Eindhoven namen zij de afslag. Toen het busje een bedrijventerrein opreed moest hij, [getuige], wachten van de verdachte. [getuige] zag dat de verdachte uitstapte. Hij zag dat de bestuurder van het witte busje het raam aan de passagierskant open deed. Hij zag dat de medeverdachte naar de bestuurderszijde liep en dat de medeverdachte pepperspray door het raam van het portier aan de bestuurderszijde spoot. De bestuurder van het witte busje reed vervolgens hard weg. De verdachte probeerde aan de passagierskant nog het portier te openen. De verdachte en de medeverdachte zijn hierna weer ingestapt in de bus, waarin [getuige] zat. De verdachte zei tegen de medeverdachte dat ze het op dezelfde manier als de dag ervoor hadden moeten doen en dat het met zijn, medeverdachtes, auto veel gemakkelijker ging (proces-verbaal van verhoor verdachte, PL 091A 2010266941-8, blz. 0040 e.v.).
Later heeft [getuige] verklaard dat de persoon op de foto die aan hem werd getoond de verdachte [verdachte] is waar hij over heeft verklaard. Dit betrof een foto van verdachte [verdachte] (proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 0047 e.v. en proces-verbaal met PL 091A 2010266941-16, blz. 0173).
Ook heeft [getuige] verklaard dat hij zijn arm uit het raam heeft gestoken, overeenkomstig de verklaring van de bestuurder van het busje (aangever), omdat hij de auto moest laten stoppen, alsof hij de jongen iets wilde vragen (proces-verbaal van verhoor verdachte, nr. 2010266941, blz. 0112 e.v.).
Het hof heeft op grond van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, vastgesteld dat de verklaringen van [getuige] over de betrokkenheid van de verdachte en de medeverdachte op
specifieke onderdelen worden ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier, te weten de signalementen van de daders, de verklaring van een getuige over de track and trace gegevens van de Volkswagen bus met kenteken [x] en de historische telefoongegevens van de medeverdachte.
De signalementen van de daders
De door de aangevers opgegeven signalementen van de daders, te weten voor feit 1 een man met lang krullend haar tot op zijn schouders en een man met kort zwart stijl haar, een dunne jongetjessnor en een klein sikje en voor feit 2 een man met lang krullend haar en een heel licht snorretje, zijn zeer specifiek en vastgesteld is de verdachte en de medeverdachte kenmerken hebben die voldoen aan die signalementen; de politie heeft gerelateerd dat de verdachte [verdachte] bij zijn verhoor op 23 februari 2011 lang krullend haar bijna tot op zijn schouders heeft (proces-verbaal van verhoor verdachte, PL17P0 2010356395-29, blz. 0155 e.v.) en ter terechtzitting in eerste aanleg op 1 maart 2012 heeft de medeverdachte verklaard dat het kan zijn dat hij een snor en een sikje heeft gehad.
De Track and Trace gegevens (feit 2)
Daarnaast heeft de getuige [getuige 2] verklaard dat uit de Track and Trace gegevens van de Volkswagen bus met kenteken [x] gebleken is dat de bus op 5 november 2010 ’s ochtends vroeg rond 07.00 uur op de Atoomweg in Utrecht was en vervolgens via de A2 naar Nuenen is gereden. Daar heeft de taxibus enige tijd rond gereden en is daarna weer terug gereden naar Utrecht (proces-verbaal van verhoor getuige, PL091A 2010266941-6, blz. 0082).
Deze gegevens ondersteunen de verklaring van [getuige] over het tijdstip waarop en de route die hij heeft gereden en waarbij hij in de buurt van Eindhoven een afslag heeft genomen.
De historische telefoongegevens van de medeverdachte (feit 1)
Uit onderzoek naar de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [x], dat aan de medeverdachte toebehoort, is gebleken dat dit nummer op 4 november 2010 van omstreeks 02.18 uur tot en met 07.07 uur 26 keer diverse zendmasten in Utrecht heeft aangestraald (proces-verbaal van verhoor verdachte, PL17P0 2010356395-11, blz. 0144). Van omstreeks 08.38 uur tot 12.02 uur heeft het telefoonnummer op verschillende locaties, 13 keer contact gehad. Achtereenvolgens werd om 08.38.33 uur een
zendmast aan de Ligusterbaan te Capelle aan den IJssel aangestraald, om 08.39.08 uur een zendmast aan de Rietdekkerweg te Rotterdam, om 08.40.09 een zendmast aan de Beemsterhoek te Capelle aan den IJssel en vanaf 08.42.26 zendmasten in Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen (Zuid-Holland). De Ligusterbaan en de Kringdans (de plaats delict) zijn hemelsbreed ongeveer 1300 meter van elkaar verwijderd. Vervolgens straalde de
telefoon vanaf 12.02 uur de [adres] in Utrecht aan, een locatie zeer dicht in de buurt van de woning van de verdachte (proces-verbaal van bevindingen, PL17P0 2010356395-35, blz. 167 t/m 172).
Het hof is van oordeel dat uit deze gegevens naar voren komt dat de telefoon van de medeverdachte ten tijde van het onder feit 1 ten laste gelegde zeer dicht in de buurt van de plaats delict was, hetgeen de verklaring van [getuige] ondersteunt, dat de verdachte en de medeverdachte betrokken waren bij de overval op 4 november 2010.
Het hof komt, het vorenstaande in onderlinge verband en samenhang bezien, tot het oordeel dat de verklaringen van [getuige] betrouwbaar zijn en derhalve voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Het hof is van oordeel dat voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor de bewezenverklaring van de feiten 1 en 2.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich samen met zijn mededader(s) op de bewezen verklaarde wijze schuldig gemaakt aan een diefstal met bedreiging met geweld en een poging tot diefstal met geweld en bedreiging met geweld. Dit zijn ernstige feiten die veelal financiële schade veroorzaken bij de eigenaar van de gestolen goederen. Het is bovendien een feit van algemene bekendheid dat personen die op een dergelijke wijze worden overvallen, lange tijd psychische klachten en een angstig gevoel daaraan overhouden. Door feiten als de onderhavige worden de slachtoffers ernstig belemmerd in de uitvoering van hun werkzaamheden en wordt het plezier dat zij daarin hebben ondermijnd. De bewezen verklaarde feiten getuigen van een groot gebrek aan respect voor andermans eigendommen en het emotioneel welbevinden van de slachtoffers. De verdachte heeft bij zijn handelen kennelijk uitsluitend oog gehad voor zijn eigen financiële gewin.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 14 februari 2014, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van (vermogens-)misdrijven, waaronder tot onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof is van oordeel dat de eis van de officier van justitie in eerste aanleg, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met bijzondere voorwaarden, recht doet aan de ernst van de bewezen verklaarde feiten. Gelet echter op de tijd die sinds de pleegdatum van de onderhavige feiten is verstreken -ruim drie jaren-, zal het hof de op te leggen straf matigen. Hierbij heeft het hof ook de omstandigheid laten meewegen dat de verdachte blijkens voornoemd uittreksel na de onderhavige feiten niet meer met justitie of politie in aanraking is geweest.
Het hof is - alles overwegende en mede gelet op de speciale en de generale preventie - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 57, 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.