Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
zij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 februari 1999 tot en met 1 februari 2010 te Hendrik-Ido-Ambacht, in ieder geval in het arrondissement Dordrecht, tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) opzettelijk mishandelend een kind dat zij verzorgde of opvoedde als behorend tot haar gezin, althans een persoon, te weten [slachtoffer 1](geboren op [geboortedag] 1992),
zij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 februari 1999 tot en met 1 februari 2010 te Hendrik-Ido-Ambacht, in ieder geval in het arrondisement Dordrecht, tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens) opzettelijk mishandelend een kind dat zij verzorgde of opvoedde als behorend tot haar gezin, althans een persoon, te weten [slachtoffer 2](geboren op [geboortedag] 1994),
zij op tijdstippen in de periode van 3 februari 1999 tot en met 1 februari 2010 te Hendrik-Ido-Ambacht telkens opzettelijk mishandelend een kind dat zij verzorgde of opvoedde als behorend tot haar gezin, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedag] 1992),
zij op tijdstippen in de periode van 3 februari 1999 tot en met 1 februari 2010 te Hendrik-Ido-Ambacht telkens opzettelijk mishandelend een kind dat zij verzorgde of opvoedde als behorend tot haar gezin, te weten [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedag] 1994),
mishandeling, begaan tegen haar kind, meermalen gepleegd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
1 (één) maand, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
benadeelde partij [slachtoffer 1]ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van
EUR 500,- (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 februari 2010, tot de dag der algehele voldoeningen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
[slachtoffer 1], een bedrag te betalen van
EUR 500,- (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade,
vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 februari 2010, tot de dag der algehele voldoeningbij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
[slachtoffer 2]ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
[slachtoffer 2], een bedrag te betalen van
EUR 500,- (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade,
vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 februari 2010, tot de dag der algehele voldoeningbij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.