ECLI:NL:GHDHA:2014:3850
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachte in hoger beroep wegens niet bewezen wapenbezit
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in Marokko in 1986 en zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg vrijgesproken van het eerste ten laste gelegde feit en veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden voor het tweede ten laste gelegde feit, namelijk wapenbezit. Het hof heeft het hoger beroep behandeld op basis van de terechtzittingen in eerste aanleg en de zittingen in hoger beroep op 10 oktober 2013 en 9 oktober 2014.
De tenlastelegging betrof het voorhanden hebben van een vuurwapen, een revolver van het merk Gun Toy, op of omstreeks 23 februari 2012 te Rotterdam. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden. Het hof heeft echter vastgesteld dat de getuige, die door de raadsheer-commissaris was opgeroepen, niet is verschenen en dat er geen andere adresgegevens van de getuige beschikbaar waren. Hierdoor was het niet aannemelijk dat de getuige binnen een redelijke termijn zou kunnen worden gehoord.
Het hof heeft geconcludeerd dat, gezien de omstandigheden en het gebrek aan bewijs, niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit had begaan. Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde wapenbezit. Deze beslissing is genomen in het belang van een eerlijke rechtsgang, waarbij de rechten van de verdachte zijn gewaarborgd.