Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het verdere verloop van het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
- [appellant] is op 1 februari 2006 als detacheringsmedewerker in dienst getreden van Fier Rotterdam BV (“Fier”).
- In de schriftelijke arbeidsovereenkomst van [appellant] en Fier is in artikel 6.4. bepaald:
- Conform deze regeling heeft Fier maandelijks 50% van de totale maandelijkse pensioenpremie ingehouden op het salaris van [appellant]. Laatstelijk bedroeg deze (volledige maand-)premie € 860,32.
- Op 1 april 2010 is [appellant], als gevolg van een management buy-out, van rechtswege in dienst gekomen van Wyser.
- Namens Nationale Nederlanden heeft op 8 juli 2010 ten kantore van Wyser aan het personeel van Wyser informatie verstrekt over de collectieve pensioenregeling die Wyser voornemens was voor haar personeel te treffen. Tijdens deze bijeenkomst is een presentatie gegeven (waarvan [appellant] de hand-outs in appel heeft overgelegd) en waarin te lezen is:
- Op 14 juli 2010 heeft Wyser aan haar werknemers, waaronder [appellant], een e-mail gestuurd waarin, voor zover relevant, het navolgende is vermeld:
- Op 14 juli 2010 heeft Wyser aan verschillende werknemers, waaronder [appellant], een e-mail gezonden met als onderwerp “inhouding pensioenpremie”, waarin onder meer het navolgende is geschreven:
- Uit de loonstrook over de maand juli 2010 die Wyser aan [appellant] heeft verstrekt blijkt dat aan [appellant] drie maal € 206,48 terug is betaald. Deze bedragen komen – zoals blijkt uit aan [appellant] verstrekte ‘verschilstroken’ – overeen met drie maal € 430,16 bruto, exact 50% van de pensioenpremie die krachtens de pensioenregeling bij Fier aan de pensioenverzekeraar werd voldaan.
- In een e-mail van 29 september 2010 van Wyser aan haar personeelsleden is onder meer het volgende geschreven:
- Op 12 oktober 2012 schreef Wyser aan haar personeel een e-mail waarin onder meer is vermeld:
- [appellant] ontving van Nationale Nederlanden op 1 december 2010 een brief, waarin onder andere vermeld is:
- Op het salaris van [appellant] is door Wyser tot en met april 2013 geen inhouding gedaan van enige pensioenpremie.
- De voor werknemers van Wyser geldende pensioenregeling is opgenomen in het personeelshandboek. [appellant] heeft voor instemming met de inhoud van dit personeelshandboek niet getekend, ondanks een daartoe strekkend verzoek van Wyser.
Slotsom in hoger beroep
3.Beslissing
- veroordeelt Wyser tot nakoming van de Wyser–pensioenvoorwaarden jegens [appellant] tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd of met hem anders wordt overeengekomen;
- veroordeelt Wyser in de kosten van het geding in reconventie, aan de zijde van [appellant] tot aan de uitspraak van de kantonrechter begroot op € 300,- wegens salaris gemachtigde;
- veroordeelt Wyser in de kosten in hoger beroep, aan de zijde van [appellant] tot aan deze uitspraak begroot op € 93,80 wegens explootkosten, € 704,- wegens griffierecht, en € 1.788,- wegens salaris advocaat.