ECLI:NL:GHDHA:2014:3067

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
25 september 2014
Publicatiedatum
25 september 2014
Zaaknummer
2200254514
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van woninginbraak na hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag van 11 juni 2014. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, met aftrek van voorarrest, en er was een schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan de benadeelde partij. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.

De tenlastelegging betrof woninginbraak op 20 december 2013, waarbij de verdachte samen met anderen goederen had weggenomen uit een woning. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep vrijspraak van de verdachte. Tijdens de zittingen in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord.

Het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. Daarom heeft het hof, in lijn met de vordering van de advocaat-generaal, de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. Tevens werd de benadeelde partij in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 25 september 2014. De zaak benadrukt het belang van bewijsvoering in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002545-14
Parketnummer: 09-820551-13
Datum uitspraak: 25 september 2014
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 11 juni 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats en datum],
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 11 september 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts is de vordering van de benadeelde partij toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 december 2013 te [plaatsnaam], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen uit een woning (adres) achttien, althans een aantal horloge(s) (waaronder merk: Edox en/of Van der Gang) en/of een geldbedrag van euro 1.000,= en/of een Imac-computer (met bijbehorende doos) en/of buitenlands brief- en muntgeld en/of een (toilet)tas met een lidmaatschapskaart KNAF en/of (oplaad)snoertjes en/of negen, althans een aantal pet(ten) en/of een aantal verzorgingsprodukten (waaronder merk: Vogue en/of Gillette) en/of een aantal (oude) (mobiele) telefoons en/of een aantal portemonnees en/of etuis en/of vijf, althans een aantal flesjes eau de toilette en/of twee, althans een brillenkoker(s) inclusief bril en/of een vaas (gevuld met 5 eurocenten) en/of een aantal bakjes met muntgeld en/of twee, althans een postzegelalbum(s) inclusief postzegels en/of een navigatiesysteem (merk: TomTom) en/of een (zwarte) jas (merk: Gant) en/of een (grijze) sjaal (merk: Nissan) en/of zes, althans een aantal radiografisch bestuurbare helicopters en/of vier, althans een aantal (bijbehorende) controllers, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die horloge(s) en/of geldbedrag en/of Imac-computer en/of brief- en muntgeld en/of toilettas en/of pet(ten) en/of verzorgingsprodukten en/of telefoons en/of portemonnees en/of etuis en/of flesjes en/of brillenkoker(s) en/of bakjes en/of vaas en/of navigatiesysteem en/of jas en/of sjaal en/of helikopters en/of controllers onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten middels het forceren van het (cilinder)slot van de (voor)deur van die woning en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, pepperspray, althans een bijtende en/of brandende stof, in het gezicht van die [slachtoffer 2] heeft gespoten.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan, overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal, behoort te worden vrijgesproken.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte ten laste gelegde, tot een bedrag van € 408,98.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag van € 408,98.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij
niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door mr R.C. Schlingemann, mr. M.J. de Haan-Boerdijk en mr. H.C. Wiersinga, in bijzijn van de griffier mr. J.J. Prins.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 september 2014.
Mr. R.C. Schlingemann is buiten staat dit arrest te ondertekenen.