Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
“De hele rechte zijkant”.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 31 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte was beschuldigd van het indienen van een valse schadeaangifte bij Allianz Nederland Schadeverzekering N.V. in verband met een aanrijding tussen twee voertuigen. De tenlastelegging omvatte zowel primair medeplegen van oplichting als subsidiair medeplichtigheid aan poging tot oplichting. De verdachte werd vrijgesproken omdat het hof niet wettig en overtuigend bewezen achtte dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan.
Het hof heeft vastgesteld dat er op 1 februari 2010 een aanrijding heeft plaatsgevonden, waarbij een bestelwagen en een auto betrokken waren. De verdachte had een schadeaangifteformulier ingediend, maar het hof oordeelde dat de inhoud van dit formulier niet in strijd was met de feitelijke situatie. De uitleg van de term 'de hele rechte zijkant' op het formulier werd door het hof als te extensief beschouwd, waardoor niet bewezen kon worden dat de verdachte opzettelijk een valse aangifte had gedaan.
De vordering van Allianz Nederland Schadeverzekering N.V. tot schadevergoeding werd eveneens afgewezen, omdat de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het hof verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien er geen kosten waren gemaakt door de verdachte ter verdediging tegen deze vordering. Het arrest werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarbij mr. J. Borgesius niet in staat was om het arrest te ondertekenen.