ECLI:NL:GHDHA:2014:2835

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
26 augustus 2014
Publicatiedatum
26 augustus 2014
Zaaknummer
22-003600-13
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorbereiding woninginbraak tijdens de nachtrust door verdachte en medeverdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 26 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Litouwen in 1994, was beschuldigd van de voorbereiding van een woninginbraak samen met een medeverdachte. De tenlastelegging betrof het plegen van diefstal met braak in vereniging, waarbij de verdachte op of omstreeks 28 juli 2013 te Hazerswoude-Rijndijk aanwezig was met de intentie om in te breken in woningen tijdens de nachtrust. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte in de nachtelijke uren in de buurt van de woningen waren en dat zij in een bestelbus een breekijzer en handschoenen bij zich hadden, wat duidt op een crimineel doel. De verdachte heeft ontkend dat zij op zoek waren naar een vriend, wat het hof niet aannemelijk achtte. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken. De straf is gemotiveerd door de ernst van de feiten en de impact van woninginbraken op de slachtoffers. Het hof heeft de wettelijke voorschriften, zoals artikel 46 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, toegepast en de verdachte als strafbaar verklaard.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003600-13
Parketnummer: 09-819064-13
Datum uitspraak: 26 augustus 2014
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 6 augustus 2013 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Litouwen) op [geboortejaar] 1994,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 12 augustus 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 juli 2013 te Hazerswoude-Rijndijk, gemeente Rijnwoude, ter voorbereiding van het met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met braak en/of verbreking en/of inklimming in vereniging, in een woning of op een afgesloten erf waar een woning op staat, gedurende de nachtrust bestemde tijd , althans een met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk (gedurende de nachtrust bestemde tijd)
- een bestelbus en/of
- twee paar, althans een of meer paar zwarte stoffen handschoenen en/of
- drie, althans een of meer schroevendraaier(s) en/of
- meerdere rubberen handschoenen en/of
- twee, althans een of meer zaklampje(s) en/of
- een waterpomptang en/of
- een (zwarte stoffen) tas met daarin een breekijzer en/of een paar (groene) handschoenen,
bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet geheel verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks28 juli 2013 te Hazerswoude-Rijndijk, gemeente Rijnwoude, ter voorbereiding van het met
anderen ofeen ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met braak
en/of verbreking en/of inklimmingin vereniging, in een woning
of op een afgesloten erf waar een woning op staat,gedurende de
voor denachtrust bestemde tijd,
althans een met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld,opzettelijk
(gedurende de nachtrust bestemde tijd)
- een bestelbus en/of
- twee paar, althans een of meer paar zwarte stoffen handschoenen en/of
- drie, althans een of meer schroevendraaier(s) en/of
- meerdere rubberen handschoenen en/of
- twee, althans een of meer zaklampje(s) en/of
- een waterpomptang en/of
- een (zwarte stoffen) tas met daarin een breekijzer en
/ofeen paar (groene) handschoenen,
bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf,
heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/ofvoorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverwegingen
Van strafbare voorbereiding is sprake wanneer de dader opzettelijk voorwerpen of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, verwerft of voorhanden heeft. Voor een veroordeling is noodzakelijk dat vaststaat op welk soort misdrijf met een strafbedreiging van acht jaren of meer de voorbereidingshandelingen waren gericht.
Onderzocht dient te worden of de in de tenlastelegging opgenomen voorwerpen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig hebben kunnen zijn aan het criminele doel dat de verdachten met het gebruik van de voorwerpen voor ogen hadden. Voorts moet vast komen te staan dat de verdachten daadwerkelijk een crimineel doel voor ogen hadden.
Het navolgende is naar het oordeel van het hof op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting komen vast te staan.
Vast staat dat de verdachte samen met de medeverdachte op 28 juli 2013 in de nachtelijke uren in Hazerswoude-Rijndijk aanwezig was, dat hij enige tijd buiten heeft gelopen en dat in de bestelbus waarin de verdachte en de medeverdachte kort daarop zijn aangehouden een zwarte stoffen tas met daarin een breekijzer en een paar groene natte handschoenen is aangetroffen.
Volgens getuigen [getuige 1] en [getuige 2] kwamen de verdachte en de medeverdachten op 28 juli 2013 omstreeks 02.40 uur aanrijden in een witte bestelbus op de Rijndijk te Hazerswoude-Rijndijk. Nadat de bestelbus was gestopt, zagen de getuigen dat de beide mannen uitstapten en dat zij van enkele woningen op de Rijndijk het tuinpad naar het pand opliepen. De getuigen zagen volgens hun verklaringen dat de verdachte een zwartkleurige linnen tas bij zich had. Hierop noteerde [getuige 1] het kentekennummer van de bestelbus en werd dit aan de politie doorgegeven.
De verbalisanten die ter plaatse gingen en de verdachte en de medeverdachte aanhielden, troffen in de bestelbus een zwarte linnen tas aan met daarin een breekijzer en een paar natte handschoenen. Verbalisanten namen waar dat de broeken en de schoenen, die de verdachte en de medeverdachte aan hadden, nat waren. De verdachte verklaarde dat zij op weg waren naar een vriend van de medeverdachte. Volgens de verklaring van de medeverdachte, zou die vriend diesel nodig hebben.
Namens de verdachte heeft de raadsman betoogd dat er geen dan wel onvoldoende wettig bewijs, doch in ieder geval geen overtuigend bewijs aanwezig is voor hetgeen ten laste is gelegd.
Het hof is van oordeel dat de verdachte en de medeverdachte een crimineel doel voor ogen hadden toen zij zich aan de Rijndijk te Hazerswoude-Rijndijk bevonden, namelijk het plegen van een inbraak in een of meer woningen aan de Rijndijk, en dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Het hof acht de verklaringen van de getuigen, dat zij gezien hebben dat de verdachte en de medeverdachte tuinpaden van woningen zijn opgelopen betrouwbaar. Zij droegen daarbij goederen met zich mee die bij uitstek dienstig kunnen zijn bij een woninginbraak. Een plausibele andere verklaring voor dit gedrag heeft de verdachte noch de medeverdachte gegeven. De verklaring van de verdachte dat zij op zoek waren naar een vriend acht het hof niet aannemelijk.
Het hof is van oordeel dat nu er sprake is van beoogd medeplegen, de aanwezigheid van een zwarte stoffen tas met daarin een breekijzer en een paar natte handschoenen, die verdachte bij zich droeg toen hij op enkele tuinpaden van de Rijndijk liep, en de omstandigheid dat het tenlastegelegde feit in de nachtelijke uren plaatsvond, gelet op het bepaalde in het tweede lid van artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht, wordt voorzien in de voor de toepassing van artikel 46, lid 1, van het wetboek vereiste strafbedreiging van acht jaren of meer. Het hof verwerpt aldus het verweer van de raadsman.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
voorbereiding van diefstal door twee of meer verenigde personen gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de voorbereiding van een door hem en zijn medeverdachte tijdens de nachtelijke uren te plegen woninginbraak. Een woninginbraak veroorzaakt niet alleen materiële schade en overlast, maar maakt ook een forse inbreuk op de privacy van de bewoners.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op artikel 46 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van

6 (zes) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. S.K. Welbedacht, mr. H.M.A. de Groot en mr. A.H. de Wild,
in bijzijn van de griffier mr. drs. L. van Wijk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 26 augustus 2014.
Mr. A.H. de Wild is buiten staat dit arrest te ondertekenen.