In deze zaak gaat het om de vraag of de prestaties van belanghebbende, een maatschap van radiodiagnostische laboranten, vrijgesteld zijn van omzetbelasting. De belanghebbende verricht diensten aan medische instellingen en stelt daarbij gekwalificeerde radiodiagnostisch laboranten ter beschikking. De Inspecteur heeft naheffingsaanslagen opgelegd voor de jaren 2010 en 2011, omdat hij van mening is dat de diensten niet als medische zorg zijn aan te merken, maar als het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, wat belast is met omzetbelasting. De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft het Gerechtshof Den Haag geoordeeld dat de diensten van belanghebbende wel degelijk onder de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel g, van de Wet OB vallen. Het Hof concludeert dat de belanghebbende gekwalificeerde handelingen verricht in opdracht van medische professionals en dat deze prestaties zijn vrijgesteld van omzetbelasting. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd, evenals de naheffingsaanslagen en beschikkingen van de Inspecteur. Tevens is de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 3.286,50, en dient hij de griffierechten van in totaal € 1.098 te vergoeden.