Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
beschikking d.d. 5 augustus 2014
de vennootschap naar vreemd recht TRUVO BELGIUM COMM. V,
KIMIKO HOLDING B.V.,
De procedure
- op 3 juni 2014 een brief van YT met een verzoek om uitstel, met als bijlage een brief van 30 april 2014 aan de rechtbank Den Haag;
- op 4 juni 2014 een brief van de advocaat van Truvo met een kostenspecificatie.
Ontvankelijkheid van Truvo in haar verzoek
Verdere beoordeling van het verzoek
“Bij de beoordeling van de rangorde van het depot wordt rekening gehouden met de op het tijdstip van het depot bestaande en ten tijde van het geding gehandhaafde rechten op:(…)
- dat het merk als een onlosmakelijk geheel gepercipieerd zal worden door het in aanmerking komend publiek aangezien yellow (geel) als bijvoeglijk naamwoord van pages zal worden opgevat en dus niet als het dominante element (evenmin als pages);
- dat er daardoor een geringe mate van overeenstemming is op visueel en auditief gebied;
- dat de merken en het teken begripsmatig verschillend zijn, nu het in aanmerking komend publiek de merken in de letterlijke betekenis zal opvatten als gele bladzijden en het teken als een aanduiding van de kleur geel en het woord mobiel, hetzij dus als een “gele mobiel” of “geel en mobiel”;
- dat om neutralisering van visuele en fonetische overeenkomsten door de semantische verschillen tussen de betrokken merken te kunnen aannemen ten minste één van de twee betrokken merken voor het relevante publiek een duidelijke vaste betekenis moet hebben die dit publiek onmiddellijk kan begrijpen;
- dat van een bijzondere bekendheid van de merken geen sprake is en de merken zelfs een verminderd onderscheidend vermogen hebben, nu YELLOW PAGES een vertaling is van “gele bladzijden” en dit de kleur is van de bladzijden van de gidsen (die onder deze naam worden uitgegeven);
- dat, het gebrek aan onderscheidend vermogen van de merken en dus de geringe beschermingsomvang ervan in aanmerking nemende, de verschillen tussen merk en teken, met name op begripsmatig gebied, voldoende zijn om de punten van overeenstemming te neutraliseren;
- dat merk en teken niet overeenstemmen of in elk geval onvoldoende om tot (gevaar voor) verwarring te (kunnen) leiden;
- dat de vergelijking van de waren en diensten en de beoordeling van de bewijzen van gebruik om proceseconomische redenen achterwege zal worden gelaten, aangezien de merken en het teken niet overeenstemmen en er geen verwarringsgevaar kan zijn als merk en teken niet overeenstemmen.
door gebruik. Een eventueel toegenomen onderscheidend vermogen door gebruik komt pas bij de beoordeling van de vraag of sprake is van verwarringsgevaar aan de orde en kan het ontbreken van overeenstemming niet compenseren Vergelijk voornoemd arrest van het Hof van Justitie EU inzake WESERGOLD (r.o. 45 en 48). In zoverre falen grief I, II en III.
- dat het woord YELLOW, vanwege de verrassende woordcombinatie als dominant onderdeel van het merk YELLOW PAGES moet worden beschouwd;
- dat sprake is van begripsmatige overeenstemming, nu het in merk en teken voorkomende woord YELLOW (GEEL) niet grammaticaal afwijkend gekwalificeerd kan worden en begripsmatig 100% overeenstemmend is, terwijl de woorden PAGES en MOBILE begripsmatig in geringe mate overeenstemmen, nu PAGES ook kan worden opgevat als digitale bladzijden op de computer of de mobiele telefoon;
- dat merk en teken een zekere mate van (50%) visuele en auditieve gelijkenis hebben;
- dat derhalve geconcludeerd moet worden dat sprake is van een sterke mate van overeenstemming van het teken YELLOW MOBILE en het merk YELLOW PAGES.
Er is volgens verweerder geen bewijs van gebruik overgelegd waaruit blijkt dat opposant de ingeroepen rechten heeft gebruikt voor een telefonische informatiedienst. (…) . Er zijn echter geen bewijzen van gebruik overgelegd waaruit blijkt dat de ingeroepen rechten voor diensten op het gebied van deze algemene betekenis van telecommunicatie zijn gebruikt.”
- Visitors Guides Amsterdam 2007 en 1999 (bijlage 2.3, 2.10 en productie 5);
- pagina’s van de website www.yellowpages.nl van o.a. 6 september 2009 (bijlagen 2.4,2.11,2.15)