Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[naam verdachte],
BESLISSING
spreekt de verdachtedaarvan
vrij.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 2 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, voor verduistering van gereedschap dat toebehoorde aan Ritmeester B.V. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting in hoger beroep op 18 juni 2014 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs zou zijn voor de tenlastelegging. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken, omdat het hof van oordeel was dat er geen bewijs was dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De benadeelde partij was in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering en heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd, waardoor deze vordering niet meer aan de orde was. Het hof heeft de beslissing op de openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij de rechters in bijzijn van de griffier aanwezig waren.