1.Subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 6 maart 2013 tot en met 22 maart 2013 te Numansdorp, gemeente Cromstrijen en/of te Strijen en/of te 's-Gravendeel, gemeente Binnenmaas, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, meermalen, althans telkens een (grote) hoeveelheid gereedschap(pen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
- De Heul IJzerwaren & Gereedschappen (Voorstraat 28 Numansdorp) en/of
- De Heul IJzerwaren & Gereedschappen (Kerkstraat 62 te Strijen) en/of
- Fixet (Mijlweg 63 te 's-Gravendeel), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten door koop op rekening, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak van het primair ten laste gelegde
Het hof is overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van hetgeen aan de verdachte primair ten laste is gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Vrijspraak van het subsidiair ten laste gelegde
Het hof is van oordeel dat er geen bewezenverklaring kan volgen voor de onder 1 subsidiair ten laste gelegde verduistering, nu niet vastgesteld kan worden dat de verdachte de goederen, die hij anders dan door een misdrijf verkregen onder zich had, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend. Er is geen sprake geweest van eigendomsvoorbehoud door de verkopers van de goederen en de omstandigheid dat de verdachte de goederen nog niet heeft betaald kan niet de conclusie dragen dat de verdachte zich de goederen wederrechtelijk heeft
toegeëigend.
De verdachte behoort dan ook voor het subsidiair ten laste te worden vrijgesproken.
Vordering tot schadevergoeding De Heul IJzerwaren & Gereedschappen, vestiging Strijen
In het onderhavige strafproces heeft De Heul IJzerwaren & Gereedschappen vestiging Strijen zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1 ten laste gelegde, tot een bedrag van
€ 2635,61.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot een bedrag van € 1887,84.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de benadeelde partij in de vordering, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake het ten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Vordering tot schadevergoeding De Heul IJzerwaren en Gereedschappen, vestiging Numansdorp
In het onderhavige strafproces heeft De Heul IJzerwaren en Gereedschappen vestiging Numansdorp zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 4193,31.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot een bedrag van € 3639,26.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de benadeelde partij in de vordering, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Vordering tot schadevergoeding Fixet
In het onderhavige strafproces heeft Fixet zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onbekend ten laste gelegde, tot een bedrag van € 5.725,30.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Vordering tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de politierechter te Dordrecht van
d.d. van 24 augustus 2012 onder parketnummer 11-860231-12 is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 46 dagen met aftrek, waarvan 30 dagen voorwaardelijk onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat de proeftijd wordt verlengd met één jaar, op grond dat de verdachte de hiervoor bedoelde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd.
Nu verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.