Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
1.hij op of omstreeks 08 oktober 2013 te Delft ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
2.hij op of omstreeks 08 oktober 2013 te Delft tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer 2]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel (te weten een gebroken knokkel in de (rechter)hand), heeft toegebracht, door opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk
1.
2.hij op 08 oktober 2013 te Delf opzettelijk mishandelend, een persoon, [slachtoffer 2],
poging tot zware mishandeling.
mishandeling.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 3.002,05 (drieduizend twee euro en vijf cent) bestaande uit € 502,05 (vijfhonderdtwee euro en vijf cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 3.002,05 (drieduizend twee euro en vijf cent) bestaande uit € 502,05 (vijfhonderdtwee euro en vijf cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 843,56 (achthonderddrieënveertig euro en zesenvijftig cent) bestaande uit € 93,56 (drieënnegentig euro en zesenvijftig cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 843,56 (achthonderddrieënveertig euro en zesenvijftig cent) bestaande uit € 93,56 (drieënnegentig euro en zesenvijftig cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.