In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 17 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de rechtbank Rotterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor poging tot moord en poging tot doodslag, maar het hof heeft de verdachte vrijgesproken van poging tot moord. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 25 januari 2010 in een snackbar in Rotterdam, waar de verdachte tijdens een woordenwisseling een mes tevoorschijn haalde en de aangever in de hals stak. Het hof oordeelde dat de verdachte niet de gelegenheid had gehad om na te denken over zijn daden, wat leidde tot de vrijspraak voor poging tot moord. Echter, de poging tot doodslag werd wel bewezen verklaard. De verdachte werd eerder veroordeeld voor geweldsdelicten, wat meegewogen werd in de strafmaat. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek van voorarrest. Het hof benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers en de samenleving.