1.De door de rechtbank in het vonnis van 29 augustus 2012 vastgestelde feiten zijn niet in geschil. Ook het hof zal daar van uitgaan. Het gaat in deze zaak om het volgende:
a. Op 16 september 2010 heeft[geïntimeerde] van Nautical Sports een catamaran (hierna: de catamaran) gekocht. Daarbij heeft[geïntimeerde] aangegeven dat hij de catamaran wilde gebruiken om deel te nemen aan zeilwedstrijden. De catamaran is in november 2010 aan[geïntimeerde] geleverd.
b. Op 4 juni 2011 is tijdens een zeilwedstrijd de mast van de catamaran gebroken. Partijen hebben afgesproken dat[geïntimeerde] de schade bij zijn verzekeraar zou melden. Nautical Sports
zou een nieuwe mast leveren en[geïntimeerde] zou de eventuele verzekeringsuitkering doorbetalen aan Nautical Sports.
c. Kort na het maken van die afspraak heeft Nautical Sports aan[geïntimeerde] een nieuwe mast (hierna: de tweede mast) geleverd.[geïntimeerde] heeft van zijn verzekeraar € 6.000,- ontvangen in verband met de gebroken mast, maar deze niet aan Nautical Sports betaald.
d. Tijdens een zeilwedstrijd in het weekend van 25 en 26 juni 2013 is ook de tweede mast gebroken. Als gevolg van deze breuk zijn ook het grootzeil, de fok en de romp van de catamaran beschadigd.
e.[geïntimeerde] heeft de gebroken tweede mast laten onderzoeken door Ing. S.A. Fidder van Compose-it. Op 3 augustus heeft deze deskundige rapport uitgebracht van zijn bevindingen. In zijn rapport benoemt Fidder onder meer dat het grootste gedeelte van de breuk te wijten is aan een slechte hechting (tussen het “SB” en het “PS” deel) van de gebruikte hars in de mast.
f. Nautical Sports heeft op haar beurt de gebroken tweede mast laten onderzoeken door haar leverancier HEOL Composites (hierna: HEOL), die in een in het Engels gestelde e-mail van 8 augustus 2011 het rapport van Fidder weerspreekt.
g.[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg gedeeltelijke ontbinding gevorderd van de koopovereenkomst, voor zover die zag op de (tweede) mast, alsmede veroordeling van Nautical Sports tot betaling van schadevergoeding ad € 9.604,66 (of van € 3.604,66 voor zover het beroep van Nautical Sports op verrekening met de door[geïntimeerde] in verband met de breuk van de breuk van de eerste mast ontvangen verzekeringsuitkering slaagt), één en ander te vermeerderen met rente en kosten.
h. Nautical Sports heeft in reconventie -kort gezegd- betaling van voornoemde schadeuitkering van de verzekeraar van[geïntimeerde] gevorderd.
i. In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter -samengevat- de vordering van[geïntimeerde] toegewezen, onder verrekening met de door[geïntimeerde] ontvangen schadeuitkering van
€ 6.000,-. De vordering van Nautical Sports is afgewezen.
j. In appel vordert Nautical Sports om de vorderingen van[geïntimeerde] alsnog af te wijzen, (voorwaardelijk)[geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van € 6.035,10, vermeerderd met rente en kosten, alsmede tot terugbetaling van € 3.992,66 welk bedrag Nautical Sports aan[geïntimeerde] heeft voldaan op grond van het bestreden vonnis in eerste aanleg, met veroordeling van[geïntimeerde] in de kosten van beide instanties.