ECLI:NL:GHDHA:2014:1786
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M.J. van der Ven
- J.M.Th. van der Hoeven-Oud
- I.M. Davids
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van verzekeraar voor schade door gezonken woonboot
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van NHV Verzekeringen B.V. voor schade die is ontstaan door het zinken van de woonark van de appellant, die sinds medio 1995 eigenaar was van de woonark. De appellant had een woonbootverzekering afgesloten bij NHV, maar na het zinken van de woonark op 24 oktober 2010, weigerde NHV uitkering onder de verzekering. NHV stelde dat de schade niet gedekt was omdat deze het gevolg was van slecht onderhoud, wat in de voorwaarden was uitgesloten. De rechtbank Den Haag had eerder de vorderingen van de appellant afgewezen, omdat NHV niet als partij bij de verzekeringsovereenkomst kon worden aangesproken, maar als gevolmachtigde van Unigarant handelde.
In hoger beroep vorderde de appellant vernietiging van het vonnis en toewijzing van zijn schadevergoeding. Hij stelde dat hij erop mocht vertrouwen dat hij een verzekering had afgesloten met NHV en dat NHV hem niet had gewezen op haar rol als gevolmachtigde. Het hof overwoog dat, zelfs als NHV de verzekeraar was, de appellant niet had aangetoond dat het zinken van de woonboot het gevolg was van een gedekt evenement. Het hof concludeerde dat de appellant niet had voldaan aan zijn stelplicht en dat NHV zich terecht beriep op de uitsluiting van dekking wegens slecht onderhoud.
Het hof oordeelde verder dat NHV niet tekort was geschoten in haar zorgplicht, omdat het voor de appellant duidelijk had moeten zijn dat onderhoud aan de woonark noodzakelijk was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de appellant in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak werd gedaan op 3 juni 2014 door het Gerechtshof Den Haag.