Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 20 mei 2014
de vennootschap naar vreemd recht APPLE INC.,
SAMSUNG ELECTRONICS CO. LIMITED,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
- drie octrooien (EP 2.059.868, EP 2.098.948 en EP 1.964.022 – hierna: EP 868, 948 en 022);
- vier Gemeenschapsmodellen (748280-0006, 888920-0018, 748694-0003, 1236590-0011 – hierna: CDR 280-06, 920-18, 694-03 en 590-11);
- de auteursrechten van Apple met betrekking tot de iPhone 3G en de iPhone 4.
Samsung Beneluxgeen belang heeft bij een ruimer verbod dan door de voorzieningenrechter toegewezen daar dit (ruimere) verbod ten aanzien van het Nederlandse deel van het octrooi ten opzichte van Samsung Benelux reeds is toegewezen in de bodemzaak. In zoverre zal het vonnis van de voorzieningenrechter worden bekrachtigd.
Samsung Ltd., Samsung Logistics en Samsung Overseasafgewezen omdat Samsung in de bodemzaak onweersproken had aangevoerd dat zij geen voorbehouden handelingen verrichten. In het tussenarrest heeft het hof overwogen dat het aan het door Samsung voor het eerst bij pleidooi in hoger beroep (punt 9.5) gevoerde verweer, dat Apple onvoldoende heeft aangetoond dat Samsung Ltd, Samsung Logistics en Samsung Overseas voorbehouden handelingen verrichten in Nederland of de Europese Unie, als tardief aangevoerd voorbij gaat.
Samsung Ltd., Samsung Logistics en Samsung Overseasworden vernietigd en zal alsnog een algemeen verbod om inbreuk te maken op de Nederlands deel van EP 868 worden toegewezen.
GAT/LuK) [1] , waarin beslist is dat de exclusieve bevoegdheidsregel van artikel 22 sub 4 geldt ten aanzien van alle geschillen inzake de registratie of de geldigheid van een octrooi, ongeacht of deze kwestie bij wege van rechtsvordering dan wel bij wege van exceptie wordt opgeworpen. Voorts rijst de vraag of bevoegdheid op grond van artikel 31 EEX-Verordening kan worden aangenomen.
Yellow Pages). [2] Het hof overwoog in dat arrest, kort gezegd, dat moet worden aangenomen dat de bevoegdheid om een voorlopige maatregel in de vorm van een inbreukverbod te gelasten ter zake van inbreuk in een andere lidstaat niet wordt gedwarsboomd door artikel 22 sub 4 EEX-Verordening zoals uitgelegd door het Hof van Justitie EU in het GAT/LuK-arrest. In dat verband maakt het geen verschil, zo overwoog dit hof, of deze bevoegdheid is gegrond
(i)op een bodembevoegdheidsbepaling zoals artikel 2 EEX-Verordening [3] , of
(ii), voor zover dat al mogelijk zou zijn, op artikel 31 EEX-Verordening. Daarbij geldt wel dat de rechter geen beslissing mag geven over de geldigheid van het buitenlandse intellectuele-eigendomsrecht en dat hij de voorlopige maatregel in de vorm van een inbreukverbod moet afwijzen indien een redelijke, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het buitenlandse intellectuele-eigendomsrecht door de desbetreffende buitenlandse rechter nietig zal worden geacht. [4]
Solvay/Honeywell. [5] De vraag rijst of dit arrest noopt tot herziening van de lijn in het
Yellow Pages-arrest.
Solvay/Honeywellnaar het voorlopig oordeel van dit hof niet tot herziening van de
Yellow Pages-lijn. Dat geldt te meer gelet op de ratio van
Solvay/Honeywell, neergelegd in rechtsoverwegingen 49 en 50 van dat arrest. Die ratio geldt immers in dit verband evenzeer. Dat betekent dat artikel 22 sub 4 EEX-verordening geen toepassing vindt in het geval dat de rechter op grond van bijvoorbeeld artikel 2 of 6 sub 1 bevoegd is om kennis te nemen van de vordering tot het treffen van een voorlopige maatregel ter zake van inbreuk in een andere lidstaat en deze vordering wordt begroet met een nietigheidsverweer. Daarbij geldt uiteraard wel dat het moet gaan om een procedure, waarin de rechter geen definitieve beslissing mag geven over de geldigheid van het ingeroepen octrooi, maar alleen mag evalueren hoe de op grond van artikel 22 sub 4 EEX-Verordening bevoegde rechter zich daarover zou uitspreken en de gevraagde voorlopige maatregel niet mag toekennen indien er naar zijn oordeel een redelijke en niet te verwaarlozen kans bestaat dat het ingeroepen octrooi door de bevoegde rechter nietig wordt verklaard (rechtsoverweging 49
Solvay/Honeywell; rechtsoverweging 4.7.2
Yellow Pages).
Solvay/Honeywellde twijfel weg over de vraag of het mogelijk is om op grond van artikel 31 EEX-verordening een grensoverschrijdend voorlopig inbreukverbod te gelasten. Het Hof van Justitie EU oordeelde immers dat artikel 22 sub 4 EEX-Verordening, zoals uitgelegd in
GAT/LuK, niet in de weg staat aan toepassing van artikel 31 EEX-Verordening in geval van een procedure als hiervoor omschreven. Dat oordeel heeft alleen betekenis wanneer een grensoverschrijdend inbreukverbod op grond van artikel 31 EEX-Verordening aan de orde is. Het arrest
Solvay/Honeywellnoopt dus in zoverre tot herziening van de
Yellow Pages-lijn dat het desbetreffende voorbehoud in het
Yellow Pages-arrest (‘voor zover dat al mogelijk zou zijn’) komt te vervallen.
Solvay/Honeywell, kan de Nederlandse rechter kennelijk ook bevoegd zijn op grond van artikel 31 EEX-Voerordening. Immers, in de zaak
Solvay/Honeywellnam het Hof van Justitie EU,
ten aanzien van een in Nederland gevestigde verweerder, bevoegdheid tot het gelasten van een voorlopig inbreukverbod op grond van artikel 31 EEX-Verordening tot uitgangspunt (rechtsoverweging 32
Solvay/Honeywell).
Solvay/Honeywell, zodat artikel 22 sub 4 EEX-Verordening niet van toepassing is.
Beslissing
- in rechtsoverweging 5.2. Samsung Benelux, Samsung Logistics en Samsung Overseas is verboden op enigerlei wijze, direct dan wel indirect inbreuk te maken op de buitenlandse delen van EP 2.059.868;
- in rechtsoverweging 5.3. Samsung is bevolen aan Apple een onmiddellijk opeisbare dwangsom te betalen voor het geval de verboden zoals opgenomen onder 5.2 niet worden nageleefd;
- in rechtsoverweging 5.7 het meer of anders gevorderde is afgewezen;
- verbiedt Samsung Ltd, Samsung Logistics en Samsung Overseas met onmiddellijke ingang na betekening van dit arrest inbreuk te maken op het Nederlandse deel van EP 2.059.868, door het vervaardigen, in voorraad hebben, aanbieden, invoeren, in het verkeer brengen, verkopen en/of anderszins verhandelen van andere smartphones dan de Galaxy S, SII en Ace (waarvoor het in rechtsoverweging 5.1 van het bestreden vonnis neergelegde verbod geldt) en gebiedt Samsung Ltd, Samsung Logistics en Samsung Overseas een onmiddellijke opeisbare dwangsom te betalen van € 100.000,-- voor elke dag of gedeelte daarvan of, zulks ter keuze van Apple, van € 10.000.-- per inbreukmakend product waarop of waarmee dit verbod, aan de desbetreffende vennootschap toerekenbaar, wordt overtreden (dus voor zover de overtreding betrekking heeft op andere smartphones dan de Galaxy S, SII en Ace, waarvoor de in rechtsoverweging 5.3 van het bestreden vonnis opgelegde dwangsom geldt);
- wijst het meer of anders gevorderde af