Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 18 maart 2014
INNO NAUTIC HOLDING B.V.,
CUCKOO COMPANY N.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
de productontwikkelingsovereenkomst. Voorts is overeengekomen dat Cuckoo zou bekijken in hoeverre onderdelen van de tank zouden kunnen worden vastgelegd in een nieuw en sterker octrooi. Cuckoo heeft vervolgens op 8 januari 2007 op eigen naam een octrooiaanvrage, E 606722 NL 00 – hierna: de octrooiaanvrage – laten indienen, waarin NL 030 als stand van de techniek werd genoemd en waarop op 2 december 2008 het octrooi NL 1033185 – hierna: NL 185 – (productie 12 van Cuckoo in eerste aanleg) is verleend. Dit octrooi voorzag in een tankwand die is voorzien van een voorgevormde opening voor in hoofdzaak fluïdumdichte samenwerking met een voorgevormde afsluiter.
de overdrachtsovereenkomst. Op 1 maart 2007 heeft Inno Nautic bedragen van € 5.950,-- ter zake van octrooikosten en € 10.710,-- ter zake van engineering 2e fase voldaan. De overdracht van de octrooiaanvrage heeft niet plaatsgevonden.
Het principale beroep.
waardoor het haar feitelijk is belet om eventuele verbeteringen te kunnen aanbrengen in de betreffende aanvrage. Dat daardoor schade is geleden acht de voorzieningenrechter niet (voldoende) aannemelijk. Grief 1 richt zich tegen deze beperking, die volgens INH op geen enkele wijze uit het dictum van het vonnis van 9 september 2009 blijkt.
Betwisting van de stelling dat de tank een commercieel succes zou zijn geworden
schadeposten b, onder 2, c en fzijn gebaseerd op deze stellingen. Cuckoo heeft deze stellingen gemotiveerd betwist.
Betwisting van causaal verband
schadepost b). In het in de zaak tussen Inno Nautic en Vetus gewezen arrest van 26 juli 2011 heeft het hof in rechtsoverweging 14 overwogen dat Vetus bij het aangaan van de overeenkomst begin 2007 gedwaald heeft over de tenaamstelling van NL 030. In rechtsoverweging 16 heeft het hof overwogen:
schadepost a, onder 2 en/of e).
(schadepost a, onder 3), valt, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet in te zien waarom deze kosten een gevolg zouden zijn van het niet overdragen van de octrooiaanvrage door Cuckoo in maart 2007.
schadepost g).INH noemt ter zake in het exploot ex artikel 613 Rv een bedrag van € 51.122,40 en in de pleitnota een bedrag van € 64.802,54, zonder specificatie of onderbouwing. Cuckoo heeft de betalingen betwist en onbetwist gesteld dat het gaat om kosten waarvoor Cuckoo (in de productontwikkelingsovereenkomst) overeengekomen werkzaamheden heeft verricht, namelijk (met name) het ontwikkelen van de tank. Uit de overgelegde uitspraken in de hoofdzaak tussen Inno Nautic en Cuckoo blijkt slechts van betalingen voor of op 1 maart 2007, dus voordat Cuckoo de octrooiaanvrage diende over te dragen. Gelet op het bovenstaande, acht het hof, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet aannemelijk dat de er causaal verband aanwezig is tussen het niet in maart 2007 overdragen van de octrooiaanvrage en daarvoor aan Cuckoo betaalde bedragen op grond van de productontwikkelingsovereenkomst.
Schade die niet door Inno Nautic, maar door derden is geleden
schadeposten d, sub 3(aankoop van de onderhavige schadestaatvordering door INH),
h(reputatieschade /verlies van klanten/leveranciers door [V] en zijn vennootschappen) en
i(vervolgschade, geleden door [V], althans andere aandeelhouders) gaat om schade die geleden is door Inno Nautic. Nu INH hierop niet heeft gereageerd gaat het hof er, mede gelet om de omschrijving van de desbetreffende schadeposten in het exploot ex artikel 613 Rv, voorshands van uit dat het hier niet gaat om door Inno Nautic geleden, in de schadestaat procedure te verhalen, schade.
schadeposten a, onder 3 b, c, d, onder 3, f, g, h en iis geleden om thans ter zake in kort geding een bedrag toe te wijzen.
schadeposten a, onder 1 en 4,geldt dat zij naar het oordeel van het hof onvoldoende aannemelijk zijn om ter zake een bedrag in kort geding toe te wijzen.
schadepost a, onder 1betreffende schade doordat Inno Nautic niet tijdig verbeteringen aan het octrooi heeft kunnen aanbrengen, geldt dit op grond van hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 10 is overwogen.
schadepost a, onder 4,betreffende schade doordat Vetus niet tijdig een nieuwheidsonderzoek heeft aangevraagd, waardoor slechts een Nederlands octrooi is verleend (met een beperkte geldigheidsduur van zes jaar), geldt dit nu het, gelet op het hiervoor overwogene, voorshands niet aannemelijk is geworden dat de tank een commercieel succes zou zijn geworden als een Europees octrooi (met een langere looptijd) zou zijn verleend. Overigens is onduidelijk of de op NL 185 gebaseerde PCT-aanvrage is voortgezet als Europese aanvrage (ten name van Inno Nautic/[V]), waarbij Nederland is aangewezen.
schadeposten d, onder 1 en 2betreffen schade ten gevolge van het “afgedwongen” faillissement van Inno Nautic, bestaande uit verlies geïnvesteerd vermogen en belastingnadeel compensabele verliezen. INH stelt dat het faillissement van Inno Nautic een gevolg is van uitblijvende voorschotten en royalty betalingen, langslepende procedures en de negatieve uitkomst van de procedure tegen Vetus. Zoals hiervoor overwogen, acht het hof causaal verband tussen het niet tijdig overdragen van de octrooiaanvrage en het uitblijven van voorschot en royalty betalingen door Vetus en de veroordeling door het hof (bij arrest van 26 juli 2011) van Inno Nautic om aan Vetus een aanzienlijk bedrag te betalen, voorshands niet aanwezig. Dat geldt naar het voorlopig oordeel van het hof op grond van hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 20 is overwogen ook voor het grootste deel van de kosten van de procedures tegen Vetus en Cuckoo. Nu Cuckoo bovendien gemotiveerd de door INH gestelde oorzaak van het faillissement heeft betwist, stellende dat er al jaren geen significante bedrijfsactiviteiten meer waren in Inno Nautic en Inno Nautic in faillissement is gevlucht nadat zij was veroordeeld door het hof tot betaling aan Vetus, waarna INH niet meer op de oorzaak van het faillissement is teruggekomen, is naar het voorlopig oordeel van het hof onvoldoende aannemelijk geworden dat het faillissement is veroorzaakt door het niet in maart 2007 overdragen van de octrooiaanvrage.
schadeposten j en kgevorderde proceskosten (naar het hof begrijpt in dit kort geding en/of de schadestaatprocedure) en rente delen het lot van de overige schadeposten.
Het incidentele beroep
Beslissing
in conventiegewezen vonnis van 29 maart 2013;
in reconventiegewezen vonnis van 29 maart 2013,