1.De door de rechtbank in het vonnis van 12 november 2012 vastgestelde feiten zijn niet in geschil. Ook het hof zal daar van uitgaan. Het gaat in deze zaak om het volgende:
a. Op 7 juli 2006 hebben [geïntimeerde], [naam] (hierna: [Z]) en [naam] (hierna: [V]) een overeenkomst gesloten, waarbij [V] als opvolgend huurder van [Z] werd aangemerkt met ingang van 1 juli 2006, betreffende de huurovereenkomst ter zake de woning aan de [adres] te [plaats].
b. Diezelfde dag heeft [V] in verband met het voorgaande een machtiging tot automatische incasso ondertekend, waarin hij aan [geïntimeerde] machtiging verleende om met ingang van 1 augustus 2006 de verschuldigde huur af te laten schrijven van girorekeningnummer 44.674.72.
c. In de periode augustus 2006 tot en met september 2009 is van genoemde bankrekening in totaal een bedrag van € 11.449,23 overgeboekt naar de bankrekening van [geïntimeerde].
d. In genoemde periode stond voormelde bankrekening op naam van [appellant].
e. Op 20 september 2010 heeft de maatschappelijk werker van [appellant] aan [geïntimeerde] geschreven:
Vandaag 20 september 2010 heb ik telefonisch gesproken inzake mijn cliënt de heer M. [appellant]. De heer [appellant] is sinds kort in begeleiding bij mij. Uit de administratie is gebleken dat uw organisatie (door middel van een automatische incasso) geld heeft ingevorderd voor een mogelijke huurwoning. Mijn cliënt geeft duidelijk te kennen dat hij nooit een huurovereenkomst met een woningcorporatie is aangegaan en dus ook niet met [geïntimeerde] Beheer.
Graag zouden wij het op prijs stellen als u ons enige hulp kunt bieden om te achterhalen hoe dit heeft kunnen plaatsvinden. Verder zouden we ook willen weten of het mogelijk is dat wanneer blijkt dat het geld ten onrechte of door valse verklaringen werd afgeschreven mijn cliënt zijn geld terug kan krijgen.
f. Op 27 mei 2011 schrijft [geïntimeerde] vervolgens:
[geïntimeerde] Beheer heeft namens Stichting Pensioenfondsen Unilever Nederland “Progress” vanaf rekeningnummer 44.67.472 geld geïncasseerd voor de huur van de woning aan de[adres], te [plaats]. Dit rekeningnummer is door toenmalige huurder, de heer [V], opgegeven als zijn eigen en blijkt nu van de heer [appellant] te zijn geweest.
Het verbaasd ons dat de heer [appellant] in deze periode niet heeft doorgehad dat er maandelijks onterecht 661,40 per maand werd afgeschreven van zijn rekening met een totaal van 11.449,23 euro. Desalniettemin heeft [geïntimeerde] Beheer geen huurcontract afgesloten met de heer [appellant], dus zijn deze huurpenningen onterecht geïncasseerd. Onze excuses hiervoor.
Nog cliënt, nog de giro, heeft in der tijd opgave gegeven van deze omissie. De heer [V] is vorig jaar met de noorderzon vertrokken, waardoor voor onze cliënt Stichting Pensioenfondsen Unilever Nederland “Progress” verhaalsmogelijkheid onmogelijk is geworden.
Ik zal middels dit schrijven onze cliënt verzoeken het openstaande saldo over te maken naar rekeningnummer 44.67.472 t.n.v. de heer M. [appellant].
g. [appellant] vordert betaling van voornoemd bedrag van [geïntimeerde] op grond van onverschuldigde betaling.
h. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, op de grond dat [appellant] onvoldoende onderbouwd heeft dat [V] niet gemachtigd was om de huur af te laten schrijven van de girorekening van [appellant].