ECLI:NL:GHDHA:2013:CA3886
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- J.M.T. van der Hoeven-Oud
- I.M. Davids
- H.A.J. Kroon
- Rechtspraak.nl
Beroepsaansprakelijkheid van een notaris bij de heffing van overdrachtsbelasting voor een rijksmonument
In deze zaak gaat het om de beroepsaansprakelijkheid van een notaris in het kader van de heffing van overdrachtsbelasting bij de aankoop van een rijksmonument. De appellanten, hierna aangeduid als 'kopers', hebben op 9 mei 2007 een molen, die als rijksmonument is aangemerkt, gekocht. De levering vond plaats op 1 augustus 2007, waarbij de notaris de leveringsakte passeerde. Bij deze transactie hebben de kopers een bedrag van € 32.700,- aan overdrachtsbelasting betaald. In een eerdere uitspraak van het gerechtshof Den Haag op 1 mei 2009 werd geoordeeld dat de wetgeving, die bepaalde dat alleen rechtspersonen voor vrijstelling van overdrachtsbelasting in aanmerking kwamen, leidde tot een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling. De kopers stellen dat de notaris hen had moeten adviseren om bezwaar te maken tegen de heffing van overdrachtsbelasting, dan wel hen beter had moeten informeren over deze mogelijkheid. De rechtbank heeft de vorderingen van de kopers afgewezen, waarna zij in hoger beroep zijn gegaan.
Tijdens de zitting op 23 april 2013 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat de notaris niet tekort is geschoten in zijn zorgplicht. Het hof oordeelt dat de notaris, uitgaande van de op dat moment geldende wetgeving en jurisprudentie, redelijkerwijs kon aannemen dat er geen kans van slagen was voor een bezwaar tegen de heffing van overdrachtsbelasting. De notaris had de kopers wel gewezen op de mogelijkheid van vrijstelling voor rechtspersonen, maar de kopers waren geen rechtspersoon. Het hof concludeert dat de notaris heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend notaris verwacht mocht worden. De grieven van de kopers falen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de kopers worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.