ECLI:NL:GHDHA:2013:CA3052
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- E.J. van Sandick
- H. Warnink
- H.Th. Bouma
- Rechtspraak.nl
Beëindiging arbeidsovereenkomst en loonvordering in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een loonvordering van [geïntimeerde] tegen [appellante] in het kader van een beëindigde arbeidsovereenkomst. [geïntimeerde] was sinds 15 mei 2008 in dienst als taxibuschauffeur bij [appellante] en ontving een brutoloon van € 1.516,57 per maand. Op 18 juli 2008 verscheen hij niet op zijn werk, waarna een telefoongesprek volgde waarin [appellante] stelde dat [geïntimeerde] ontslag had genomen. [geïntimeerde] ontkende dit en gaf aan dat hij problemen had met de reiskostenvergoeding. Hij was bereid om op 21 juli 2008 weer aan het werk te gaan, maar [appellante] hield vast aan het ontslag. [geïntimeerde] heeft vervolgens de nietigheid van het ontslag ingeroepen en vorderde doorbetaling van zijn loon tot en met 30 september 2008.
In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vorderingen van [geïntimeerde] gedeeltelijk toegewezen. [appellante] ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. Het hof oordeelde dat de emotionele context van het telefoongesprek op 18 juli 2008 niet leidde tot een ondubbelzinnige verklaring van [geïntimeerde] dat hij het dienstverband wilde beëindigen. Het hof concludeerde dat [appellante] onvoldoende feiten had aangedragen om te onderbouwen dat [geïntimeerde] daadwerkelijk ontslag had genomen. De grieven van [appellante] werden verworpen en de eerdere vonnissen werden bekrachtigd.
Het hof veroordeelde [appellante] in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van [geïntimeerde] tot aan deze uitspraak waren begroot op € 1.157,=, inclusief griffierechten en advocaatkosten. De uitspraak werd gedaan op 12 februari 2013.