ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ8990

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
7 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
200.050.934-02
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad in civiele procedure

Op 7 mei 2013 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een verzoek tot herziening van een eerder arrest. Het verzoek was ingediend door [appellant] op 3 april 2013, waarin werd verzocht om het arrest zowel in het principaal als in het incidenteel appel uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat het hof ten onrechte slechts de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad had verklaard. Levoplant, de verweerster, heeft op 12 april 2013 bezwaar gemaakt tegen dit verzoek.

Het hof heeft het verzoek van [appellant] afgewezen. In de overwegingen van het hof werd benadrukt dat een uitvoerbaarverklaring bij voorraad enkel relevant is voor veroordelingen, zodat deze geëxecuteerd kunnen worden, ook al is de uitspraak nog niet onherroepelijk. Aangezien het eerdere arrest enkel een vernietiging en afwijzing van vorderingen inhield, had [appellant] geen belang bij een uitvoerbaarverklaring van het arrest voor andere onderdelen. Het hof concludeerde dat er geen sprake was van een kennelijke vergissing in de eerdere uitspraak.

De beslissing van het hof werd genomen door de rechters A. Dupain, M.A.F. Tan-de Sonnaville en A.V. van den Berg. Het hof heeft in deze zaak het verzoek tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad afgewezen, waarmee het eerdere arrest in stand bleef. De zaak betreft een civiele procedure waarin de juridische termen zoals artikel 31 Rv en uitvoerbaarverklaring bij voorraad centraal stonden.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.050.934/02
Zaak-/rolnummer rechtbank : 326513 / HA ZA 08-4174
Beslissing van 7 mei 2013
Inzake
1. [Naam] en
2. [Naam],
beiden wonende te [Woonplaats], gemeente […],
verzoekers in het verzoek ex artikel 31 Rv,
hierna te noemen: [appellant] (enkelvoud),
advocaat: mr. E. Spijer te Naaldwijk, gemeente Westland,
tegen
LEVOPLANT OG B.V.,
gevestigd te Maasland, gemeente Midden-Delfland,
verweerster,
hierna te noemen: Levoplant,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens te 's-Gravenhage.
Het hof heeft op 26 februari 2013 in de zaak met bovengenoemd zaaknummer tussen
[appellant] (als geïntimeerden in het principaal appel/appellanten in het incidenteel appel),en Levoplant (als appellante in het principaal appel/verweerster in het incidenteel appel) arrest gewezen.
Het hof heeft kennis genomen van het verzoek van [appellant] bij brief van 3 april 2013 om een kennelijke fout te verbeteren. Daartoe wordt aangevoerd dat het hof ten onrechte het arrest slechts ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad heeft verklaard. Verzocht wordt het arrest zowel in het principaal als in het incidenteel appel uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Levoplant heeft bij brief van 12 april 2013 aangegeven bezwaar te hebben tegen inwilliging van het verzoek.
Het hof zal het verzoek afwijzen. Daartoe overweegt het hof dat verzoeker met zijn verzoek miskent dat een uitvoerbaarverklaring bij voorraad slechts een functie heeft bij 'veroordelingen', en wel in die zin dat de betreffende veroordelingen dan geëxecuteerd kunnen worden, ook al is de uitspraak nog niet onherroepelijk. Nu het betreffende arrest verder slechts een vernietiging en afwijzing van vorderingen bevat, heeft [appellant] geen belang bij uitvoerbaarverklaring van het arrest voor het overige. Van een kennelijke vergissing is geen sprake.
Beslissing
Het Hof:
wijst het verzoek af.
Deze beslissing is gegeven op 7 mei 2013 door mrs. A. Dupain, M.A.F. Tan-de Sonnaville en A.V. van den Berg.