Rolnummer: 22-003622-12
Parketnummers: 09-920343-11, 09-920153-11 en 09-920256-11
Datum uitspraak: 15 februari 2013
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
Meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 6 juni 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
[adres],
gedetineerd in Forensisch Centrum Teylingereind te Sassenheim.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 1 februari 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis waarvan beroep, en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 tot en met 8 ten laste gelegde (zoals hierna door het hof doorgenummerd) veroordeeld tot de (onvoorwaardelijke) maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, met beslissing omtrent de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen zoals vermeld in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging met parketnummer 09-920343-11 ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat (doorgenummerd):
hij op of omstreeks 15 oktober 2011 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (Samsung Omnia) en/of (en pakje) shag en/of een aansteker en/of een portemonnee, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- van de fiets aftrekken van die [slachtoffer 1] en/of
- meermalen met gebalde vuist(en) slaan tegen/op het lichaam en het hoofd van die [slachtoffer 1] en/of
- tegen die [slachtoffer 1] zeggen "Haal je zakken leeg" en/of
- het fouilleren van die [slachtoffer 1],
terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg;
hij op of omstreeks 15 oktober 2011 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Blackberry), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- onverhoeds vastpakken van die mobiele telefoon van die [slachtoffer 2] en/of
- (daarbij) zeggen dat die [slachtoffer 2] de telefoon moet loslaten en/of
- stompen in/tegen het gezicht van die [slachtoffer 2], terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg;
hij op of omstreeks 15 oktober 2011 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Blackberry) en/of huissleutels, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- zonder toestemming van die [slachtoffer 3] voelen in diens broekzakken en/of
- daarbij zeggen: "Als jullie weglopen dan trek ik een pistool" en/of
- zetten van een scherpe punt van een metalen haak, althans een scherp/puntig voorwerp, op de nek van die [slachtoffer 3],
terwijl het feit werd gepleegd op/aan de openbare weg;
hij op of omstreeks 15 oktober 2011 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een I-phone en/of een koptelefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen slaan met gebalde vuist en/of met een scherp voorwerp slaan tegen het gezicht van die [slachtoffer 4] en/of daarbij zeggen: "Als je niet meewerkt dan gaan we je neersteken" en/of "Anders trek ik mijn vuurwapen",
terwijl het feit werd gepleegd op/aan de openbare weg
hij op of omstreeks 15 oktober 2011 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee, bevattende een zorgpas en/of een ID-bewijs en/of een OV chipkaart en/of een bankpas en/of een schoolpas in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen slaan met gebalde vuist en/of met een scherp voorwerp slaan tegen het gezicht van die [slachtoffer 4] en/of daarbij zeggen: “Als je niet meewerkt dan gaan we je neersteken” en/of “Anders trek ik mijn vuurwapen”,
terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg.
hij op of omstreeks 16 mei 2011 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op of aan de openbare weg, de Gedempte Gracht, althans op of aan de openbare weg, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een aansteker en/of een mapje met daarin een pinpas en/of een sigaret in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- tegenhouden van die [slachtoffer 5] door voor hem te gaan staan en/of
- het (bedreigend) dicht om die [slachtoffer 5] heen staan en hem aldus ingesloten houden en/of
- het pakken/trekken van een sigaret uit de handen van die [slachtoffer 5] en/of
- tegen die [slachtoffer 5] (dreigend) zeggen dat hij zijn zakken leeg moest halen en/of
- het pakken/trekken van een aansteker en een mapje uit de handen van die [slachtoffer 5]
hij op of omstreeks 16 mei 2011 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op of aan de openbare weg, de Gedempte Gracht, althans op of aan de openbare weg met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot afgifte van een pakje sigaretten (merk Lin Ling) en/of een aansteker en/of een mapje met daarin een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestonden uit het navolgende:
- tegenhouden van die [slachtoffer 5] door voor hem te gaan staan en/of
- het (bedreigend) dicht om die [slachtoffer 5] heen staan en hem aldus ingesloten houden en/of
- tegen die [slachtoffer 5] (dreigend) zeggen dat hij zijn zakken leeg moest halen en/of
- (dreigend) tegen die [slachtoffer 5] zeggen dat hij zijn sigaretten af moest geven en/of;
hij op of omstreeks 16 mei 2011 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op of aan de openbare weg, de Gedempte Gracht en/of de Voldersgracht, althans op of aan de openbare weg met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- (bedreigend) dicht om die [slachtoffer 5] heen is/zijn gaan staan en hem aldus ingesloten heeft/hebben gehouden en/of - tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben geschreeuwd en/of gescholden en/of
- die [slachtoffer 5] in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of geduwd en/of tegen het lichaam heeft/hebben geduwd en/of - (dreigend) tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben gezegd dat hij moest gaan pinnen en/of
- (dreigend) met die [slachtoffer 5] is/zijn meelopen naar een pinautomaat, waarbij die [slachtoffer 5] omringd/ingesloten werd gehouden, en (dreigend) dicht om die [slachtoffer 5] heen is/zijn gaan staan, terwijl deze probeerde te pinnen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 16 mei 2011 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op of aan de openbare weg, de Gedempte Gracht en/of het Spui en/of de Voldersgracht, althans op of aan de openbare weg met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een pakje sigaretten, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- (bedreigend) dicht om die [slachtoffer 5] heen staan en hem aldus ingesloten houden en/of
- (dreigend) tegen die [slachtoffer 5] zeggen dat hij sigaretten moest gaan kopen en/of
- (dreigend) meelopen met die [slachtoffer 5], terwijl die [slachtoffer 5] omringd/ingesloten werd gehouden, naar een sigarettenwinkel en/of
- met die [slachtoffer 5] meelopen de sigarettenwinkel in en naast hem staan terwijl deze sigaretten koopt;
hij op of omstreeks 22 augustus 2011 te 's-Gravenhage opzettelijk mishandelend zijn moeder, althans een persoon, te weten [slachtoffer 6], (hardhandig) bij de arm heeft beetgepakt en/of (vervolgens) deze arm op de rug van die [slachtoffer 6] gedraaid, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee – met name op het punt van de bewijsvoering en de kwalificatie van feit 8 - niet geheel verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 8 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 15 oktober 2011 te Rijswijk tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (Samsung Omnia) en een pakje shag en een aansteker en een portemonnee, toebehorende aan die [slachtoffer 1], welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- van de fiets aftrekken van die [slachtoffer 1] en
- meermalen met gebalde vuisten slaan tegen/op het lichaam en het hoofd van die [slachtoffer 1] en
- tegen die [slachtoffer 1] zeggen "Haal je zakken leeg" en
- het fouilleren van die [slachtoffer 1],
terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg;
hij op of omstreeks 15 oktober 2011 te Rijswijk tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Blackberry) toebehorende aan [slachtoffer 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- onverhoeds vastpakken van die mobiele telefoon van die [slachtoffer 2] en
- daarbij zeggen dat die [slachtoffer 2] de telefoon moet loslaten en
- stompen in het gezicht van die [slachtoffer 2],
terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg;
hij op 15 oktober 2011 te Rijswijk tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen huissleutels toebehorende aan [slachtoffer 3], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- zonder toestemming van die [slachtoffer 3] voelen in diens broekzakken en
- daarbij zeggen: "Als jullie weglopen dan trek ik een pistool" en
- zetten van een scherp/puntig voorwerp, op de nek van die [slachtoffer 3],
terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg;
hij op of omstreeks 15 oktober 2011 te Rijswijk tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een I-phone en een koptelefoon toebehorende aan [slachtoffer 4], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het meermalen slaan met gebalde vuist tegen het gezicht van die [slachtoffer 4] en daarbij zeggen: "Als je niet meewerkt dan gaan we je neersteken" en "Anders trek ik mijn vuurwapen",
terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg
hij op 15 oktober 2011 te Rijswijk tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee, bevattende een zorgpas en een ID-bewijs en een OV chipkaart en een bankpas en een schoolpas toebehorende aan die [slachtoffer 4], welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het meermalen slaan met gebalde vuist tegen het gezicht van die [slachtoffer 4] en daarbij zeggen: “Als je niet meewerkt dan gaan we je neersteken” en “Anders trek ik mijn vuurwapen”, terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg.
hij op 16 mei 2011 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen op de openbare weg, de Gedempte Gracht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aansteker en een mapje met daarin een pinpas en een sigaret toebehorende aan [slachtoffer 5], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- tegenhouden van die [slachtoffer 5] door voor hem te gaan staan en
- het bedreigend dicht om die [slachtoffer 5] heen staan en hem aldus ingesloten houden en
- het pakken van een sigaret uit de handen van die [slachtoffer 5] en
- tegen die [slachtoffer 5] dreigend zeggen dat hij zijn zakken leeg moest halen en
- het pakken van een aansteker en een mapje uit de handen van die [slachtoffer 5]
hij op 16 mei 2011 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen op de openbare weg, de Gedempte Gracht met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot afgifte van een pakje sigaretten (merk Lin Ling) toebehorende aan die [slachtoffer 5], welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het navolgende:
- tegenhouden van die [slachtoffer 5] door voor hem te gaan staan en
- het bedreigend dicht om die [slachtoffer 5] heen staan en hem aldus ingesloten houden en
- tegen die [slachtoffer 5] dreigend zeggen dat hij zijn zakken leeg moest halen en
- dreigend tegen die [slachtoffer 5] zeggen dat hij zijn sigaretten af moest geven;
hij op 16 mei 2011 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen op de openbare weg, de Gedempte Gracht en de Voldersgracht, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 5] te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan [slachtoffer 5], met zijn mededaders bedreigend dicht om die [slachtoffer 5] heen is gaan staan en hem aldus ingesloten heeft gehouden en tegen die [slachtoffer 5] heeft geschreeuwd en gescholden en die [slachtoffer 5] in het gezicht heeft geduwd en dreigend tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat hij moest gaan pinnen en dreigend met die [slachtoffer 5] is meegelopen naar een pinautomaat, waarbij die [slachtoffer 5] omringd/ingesloten werd gehouden en dreigend dicht om die [slachtoffer 5] heen is gaan staan, terwijl deze probeerde te pinnen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 16 mei 2011 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen op de openbare weg, de Gedempte Gracht en het Spui en de Voldersgracht, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een pakje sigaretten, toebehorende aan die [slachtoffer 5], welke bedreiging met geweld bestond uit het
- bedreigend dicht om die [slachtoffer 5] heen staan en hem aldus ingesloten houden en
- dreigend tegen die [slachtoffer 5] zeggen dat hij sigaretten moest gaan kopen en
- dreigend meelopen met die [slachtoffer 5], terwijl die [slachtoffer 5] omringd/ingesloten werd gehouden, naar een sigarettenwinkel en
- met die [slachtoffer 5] meelopen de sigarettenwinkel in en naast hem staan terwijl deze sigaretten koopt;
hij op 22 augustus 2011 te 's-Gravenhage opzettelijk mishandelend zijn moeder [slachtoffer 6] hardhandig bij de arm heeft beetgepakt en (vervolgens) deze arm op de rug van die [slachtoffer 6] heeft gedraaid, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1, 4, tweede cumulatief/alternatief, 5, tweede cumulatief/alternatief en 7 bewezen verklaarde levert op:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen op de openbare weg, meermalen gepleegd;
Het onder 2, 3, 4 eerste cumulatief/alternatief en 5, eerste cumulatief/alternatief bewezen verklaarde levert op:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen op de openbare weg, meermalen gepleegd;
Het onder 6 bewezen verklaarde levert op:
Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen op de openbare weg;
Het onder 8 bewezen verklaarde levert op:
Mishandeling, begaan tegen zijn moeder.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is – mede gelet op de na te noemen rapportages over de persoon van de verdachte - geen omstandigheid aannemelijk geworden die zijn strafbaarheid uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Motivering straf en maatregelen
Het hof heeft de op te leggen straf en maatregelen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich in groepsverband schuldig gemaakt aan een serie gewelddadige straatroven en één poging daartoe.
Op 16 mei 2011 hebben de verdachte en zijn mededaders een leeftijdgenoot op straat tegengehouden en ingesloten en hem vervolgens beroofd. Hij is daarna onder bedreiging met geweld gedwongen te pinnen en om een pakje sigaretten te kopen. Het slachtoffer is ook nog in zijn gezicht geduwd.
Op 15 oktober 2011 heeft de verdachte samen met anderen ’s avonds op een tocht door Rijswijk vier verschillende personen beroofd. Ook bij deze feiten was sprake van bedreiging met geweld en grove mishandeling van meerdere slachtoffers.
Naar de ervaring leert kunnen slachtoffers van dergelijke geweldsmisdrijven nog lange tijd psychisch nadelige gevolgen daarvan ondervinden. Dit blijkt ook daadwerkelijk uit de zich in het dossier bevindende schriftelijke verklaringen van verschillende slachtoffers.
Naast deze berovingen heeft de verdachte zijn moeder tijdens een ruzie mishandeld en haar zodoende nodeloos pijn gedaan.
Het hof rekent de verdachte een en ander zwaar aan, temeer nu hij blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 18 januari 2013 al twee maal eerder onherroepelijk is veroordeeld, waaronder één maal ter zake van onder meer openlijke geweldpleging en bedreiging. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft het hof onder meer acht geslagen op het navolgende. De overwegingen en conclusies van de (gedrags)deskundigen zijn steeds zakelijk samengevat weergegeven.
1. de rapportage d.d. 9 maart 2012, opgemaakt en ondertekend door drs. E.F. de Witt, GZ-psycholoog: de verdachte laat al enkele jaren gedragsproblemen zien waar ondanks diverse intensieve hulpverleningstrajecten onvoldoende verandering in is gekomen. Zijn geweten is onvoldoende ontwikkeld en er is sprake van agressieregulatieproblematiek. De verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, nu sprake is van een gedragsstoornis, een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling, een identiteitsprobleem en een ouder-kindrelatieprobleem. De kans op recidive van gewelddadig gedrag wordt als groot ingeschat. Factoren die deze kans vergroten zijn verdachtes eerdere gewelddadig gedrag, zijn negatieve opvattingen die de rechtmatigheid van zijn gedragsproblemen ondersteunen, de problemen die hij heeft met het hanteren van boosheid en het gebrek aan empathie en berouw. Ten gunste van verdachtes persoonlijkheidsontwikkeling is een langdurige en intensieve behandeling nodig.
2. de rapportage d.d. 16 mei 2012, opgemaakt en ondertekend door drs. C.M.M. Schuijlenburg, kinder- en jeugdpsychiater: de verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een gedragsstoornis. Het is belangrijk dat verdachtes persoonlijkheidsontwikkeling wordt ondersteund door een behandeling die in ieder geval is gericht op morele ontwikkeling, agressieregulatie en impulscontrole. De ontwikkeling van de verdachte zou gebaat zijn bij Multi Dimensionele Familie Therapie (MDFT), waarbij ook de ouders worden betrokken en gemotiveerd.
3. de rapportage d.d. 28 januari 2013 van de Raad voor de Kinderbescherming: de verdachte ontwikkelt zich momenteel positief binnen Teylingereind. Hij volgt onderwijs en behaalt goede resultaten. De gronden voor een (onvoorwaardelijke) PIJ-maatregel zijn gelet op de problematiek waar de verdachte mee kampt, aanwezig, maar gelet op de genoemde positieve ontwikkeling en het gegeven dat hij al ruim een jaar gedetineerd is, twijfelt de gedragswetenschapper van Teylingereind eraan of een PIJ-maatregel het beste is voor de ontwikkeling van de verdachte. Hij krijgt binnen Teylingereind al geruime tijd MDFT samen met zijn ouders. De verdachte en zijn ouders zijn gemotiveerd voor de behandeling en stellen zich meewerkend op. Er zijn voldoende mogelijkheden om in een ambulant kader door te gaan met MDFT. Er is echter wel een stevige stok achter de deur nodig, om de verdachte te motiveren om mee te werken aan de noodzakelijke hulpverlening. De Gedragsbeïnvloedende maatregel en een voorwaardelijke PIJ-maatregel voorzien hierin. Wanneer MDFT wordt gegeven binnen het kader van een Gedragsbeïnvloedende maatregel, is het mogelijk dat de huidige behandelaar, mevrouw Brouwer, betrokken blijft.
Met inachtneming van de beschouwingen, de conclusies en de adviezen van de (gedrags)deskundigen is het hof van oordeel dat ten aanzien van de ontwikkeling van de verdachte (nog steeds) sprake is van een zorgelijke situatie.
De ernst van de door de verdachte begane strafbare feiten en zijn gedragsproblemen brengen op zichzelf mee dat aan hem – zoals in eerste aanleg is beslist en in hoger beroep door de advocaat-generaal is gevorderd – een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel kan worden opgelegd. Het hof acht het echter – gelet op de inhoud van laatst genoemde rapportage - goed mogelijk dat zijn (agressieve) gedragsproblemen van voorbijgaande aard zijn en mogelijk behandelbaar blijken door middel van ambulante behandeling, zodat het hof betwijfelt of een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel thans in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. Het hof zal derhalve afzien van het onvoorwaardelijk opleggen van deze maatregel.
Aangezien het hof het wel noodzakelijk oordeelt dat de verdachte verder wordt behandeld, zal het hof hem - naast een onvoorwaardelijke jeugddetentie van na te melden duur - ook een gedragsbeïnvloedende maatregel opleggen, die zal bestaan uit het (samen met zijn ouders) ambulant volgen van Multi Dimensionele Familie Therapie (MDFT), te geven door de huidige MDFT-behandelaar van de verdachte bij Forensisch Centrum Teylingereind, mevrouw Brouwer.
Daarnaast zal het hof aan de verdachte een voorwaardelijke PIJ-maatregel opleggen, teneinde te voorkomen dat – indien de genoemde familietherapie door toedoen van de verdachte moet worden afgebroken – hij zonder verdere behandeling gedetineerd zal raken. Het hof zal aan de PIJ-maatregel de na te noemen bijzondere voorwaarden verbinden. Indien de verdachte een of meer van deze voorwaarden niet naleeft, bestaat de gerede kans dat de rechter gelast dat de PIJ-maatregel alsnog ten uitvoer wordt gelegd, zodat ook in dat geval is gewaarborgd dat de verdachte wordt behandeld.
Het hof gaat er echter van uit dat de verdachte, zoals hij ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard, deze laatste kans die het hof hem zal bieden zal aangrijpen en zal bewijzen dat hij daadwerkelijk zoals hij zelf zegt “een draai heeft gemaakt.”
Aan de wettelijke voorwaarden van artikel 77w, eerste lid en artikel 77s, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht is – gelet op de bewezenverklaringen en de beschouwingen, conclusies en adviezen van de (gedrags)deskundigen voldaan. Het hof overweegt (in verband met artikel 77t derde lid van het Wetboek van Strafrecht) voorts nog dat de PIJ-maatregel voorwaardelijk wordt opgelegd ter zake van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen.
Voorzover nodig overweegt het hof krachtens de bevoegdheid gegeven in artikel 77wa lid 2 Wetboek van Strafrecht, dat de uit te voeren MDFT bestaat uit een vorm van zorg als bedoeld artikel 77wa lid 1 Wetboek van Strafrecht.
Het hof overweegt voorts dat het van belang is voor de zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de verdachte dat behandeling aansluitend aan de detentie plaats vindt en gelet op de noodzaak van behandeling om te voorkomen dat de verdachte een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, ziet het hof aanleiding om op de voet van artikel 77za Wetboek van Strafrecht de dadelijke uitvoerbaarheid te bevelen van de bijzondere voorwaarden zoals hierna te melden.
De dadelijke uitvoerbaarheid zoals neergelegd in artikel 77za Wetboek van Strafrecht is ingevoerd op 1 april 2012 en dus na de bewezenverklaarde strafbare feiten. Het hof overweegt ten aanzien van de toepassing van deze recente wetgeving dat de invoering van de dadelijke uitvoerbaarheid niet inhoudt een veranderd inzicht van de wetgever omtrent de strafwaardigheid van de bewezenverklaarde feiten. In de onderhavige zaak draagt de toepassing van de dadelijke uitvoerbaarheid bij aan de optimalisering van het sanctiepakket, waardoor het hof de gelegenheid ziet om in plaats van een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel zoals door de advocaat-generaal gevorderd een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen in combinatie met een Gedragsbeïnvloedende maatregel. Derhalve is in de onderhavige zaak de toepassing van de dadelijke uitvoerbaarheid een verandering ten gunste van verdachte.
In verband met artikel 77i, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, heeft het hof bij het bepalen van de duur van de jeugddetentie mede acht geslagen op het feit dat de verdachte ten tijde van de feiten 5, 6 en 7 de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt.
Vorderingen tot schadevergoeding
In het onderhavige strafproces hebben de volgende personen zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade als gevolg van het aan de verdachte ten laste gelegde.
1. [slachtoffer 1] (EUR 1.095,-- materiële en immateriële schade als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde);
2. [slachtoffer 2] (EUR 334,95 materiële en immateriële schade als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde);
3. [slachtoffer 5] (EUR 5,-- materiële schade als gevolg van het onder 5, tweede cumulatief/alternatief, ten laste gelegde).
In eerste aanleg zijn de vorderingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] volledig toegewezen. Daarbij is bepaald dat het toegewezen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
De vordering van [slachtoffer 5] is afgewezen.
Alle vorderingen zijn in hoger beroep tot de genoemde bedragen aan de orde.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en tot afwijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5], een en ander conform het vonnis van de rechtbank.
De vorderingen van de benadeelde partijen zijn door noch namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof hebben de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze rechtstreeks verband houdt met het onder 1 respectievelijk 2 bewezen verklaarde. Derhalve lenen de vorderingen van deze benadeelde partijen zich in zoverre voor toewijzing.
De benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben voorts aannemelijk gemaakt dat de gestelde immateriële schade is geleden en dat deze het rechtstreeks gevolg is van het onder 1 respectievelijk 2 bewezen verklaarde.
Derhalve lenen de vorderingen van deze benadeelde partijen zich ook in zoverre voor toewijzing. De toe te wijzen bedragen zullen worden vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente over deze bedragen vanaf
15 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof zal de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] afwijzen, nu het pakje sigaretten aan het slachtoffer is teruggegeven en derhalve geen sprake (meer) is van schade.
Het voorgaande brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] tot aan deze uitspraak in verband met hun vorderingen hebben gemaakt, welke kosten het hof begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
Nu vaststaat dat de verdachte aansprakelijk is voor de schade die door het onder 1 en 2 bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] een bedrag van EUR 1.095,-- en ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] een bedrag van EUR 334,95
aan de Staat te betalen.
Ook deze bedragen zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 15 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof zal bepalen dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormelde bedragen hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partijen of aan de Staat.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 77a, 77g, 77h, 77i, 77s, 77t, 77y, 77w, 77wa, 77wc, 77x, 77y, 77z, 77za, 77aa, 77gg, 300, 304, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Legt aan de verdachte voorts op de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige voor de duur van
Bepaalt dat de maatregel zal bestaan uit het volgen van Multi Dimensionele Familie Therapie (MDFT), te geven door de huidige MDFT-behandelaar van de verdachte bij Forensisch Centrum Teylingereind, mevrouw Brouwer en het opvolgen van de aanwijzingen van de afdeling jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg Haaglanden.
Beveelt, voor het geval dat de verdachte niet naar behoren aan de tenuitvoerlegging van de maatregel heeft meegewerkt, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
Draagt de uitvoering van de maatregel op aan Bureau Jeugdzorg Haaglanden en bepaalt dat de hierboven opgelegde MDFT bestaat uit een vorm van zorg als bedoeld in artikel 5 tweede lid onderdelen a en b van de Wet op de Jeugdzorg.
Gelast daarnaast de plaatsing van de verdachte in een inrichting voor jeugdigen.
Bepaalt dat deze maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van de vaststelling van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden, dan wel na te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de verdachte zich gedurende de proeftijd stelt onder het toezicht van de (Jeugd)reclassering en zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, door of namens deze instelling te geven;
2. dat de verdachte zal voldoen aan zijn hiervóór reeds genoemde verplichting tot het samen met zijn ouders ambulant volgen van Multi Dimensionele FamilieTherapie (MDFT).
Geeft de genoemde instelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt de dadelijke uitvoerbaarheid van de hierboven bepaalde bijzondere voorwaarden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van onder
1 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 1.095,00 (duizend vijfennegentig euro) bestaande uit € 45,00 (vijfenveertig euro) materiële schade en € 1.050,00 (duizend vijftig euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag van EUR 1.095,--vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1], een bedrag te betalen van € 1.095,00 (duizend vijfennegentig euro) bestaande uit € 45,00 (vijfenveertig euro) materiële schade en € 1.050,00 (duizend vijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 21 (eenentwintig) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt ten aanzien van de betalingsverplichting dat het bedrag van EUR 1.095,-- vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ter zake van het onder
2 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 334,95 (driehonderdvierendertig euro en vijfennegentig cent) bestaande uit € 9,95 (negen euro en vijfennegentig cent) materiële schade en € 325,00 (driehonderdvijfentwintig euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag van EUR 334,95 vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 2], een bedrag te betalen van € 334,95 (driehonderdvierendertig euro en vijfennegentig cent) bestaande uit € 9,95 (negen euro en vijfennegentig cent) materiële schade en € 325,00 (driehonderdvijfentwintig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 (zes) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt ten aanzien van de betalingsverplichting dat het bedrag van EUR 334,95 vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededaders van de verdachte voormeld bedrag hebben betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 5] af.
Verwijst de benadeelde partij in de door hem gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de ondergane voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de duur van de opgelegde jeugddetentiestraf.
Dit arrest is gewezen door mr. C.P.E.M. Fonteijn-Van der Meulen, mr. A.J.M. Kaptein en mr. J.A.C. Bartels, in bijzijn van de griffier mr. W.R. van Hattum.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 15 februari 2013.