ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ1159
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de vervolging van een verdachte met ernstige psychiatrische aandoening
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 februari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Dordrecht van 19 januari 2012. De verdachte, die lijdt aan een ernstige psychiatrische aandoening, was niet in staat om de zitting bij te wonen en is onder curatele gesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte door zijn geestelijke toestand niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen. Op basis van een brief van de behandelend psychiater, gedateerd 30 januari 2013, heeft het hof besloten de vervolging van de verdachte te schorsen.
De zaak betreft meerdere tenlasteleggingen, waaronder het opzettelijk aangeranden van de eer en goede naam van een aangever en het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van deze aangever. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreigingen en andere ongewenste gedragingen jegens de aangever in de periode van 2008 tot 2010. In eerste aanleg is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden.
De raadsvrouw van de verdachte heeft in hoger beroep schorsing van de vervolging verzocht op grond van artikel 16 van het Wetboek van Strafvordering. De advocaat-generaal heeft zich niet verzet tegen dit verzoek, en het hof heeft, na het horen van de argumenten van beide partijen, besloten de vervolging te schorsen. Dit arrest is gewezen in het belang van de verdachte, die momenteel onder behandeling is en niet in staat is om adequaat te reageren op de rechtsgang.